Start in Ban Hong: “In 106 kilometres turn right”
Amai, lange baan. Zo begon mijn ochtend. Het was dus redelijk lang rechtdoor en op en neer. “Glooiend” noemde Kris het een paar dagen geleden nog. Dat is typisch voor iemand die altijd met de moto rijdt, want voor een fietser noemt dat gewoon bergop en bergaf. Het is alsof je een hele lange brug oprijdt en even later terug naar beneden, maar nooit plat. Toch veel afwisseling in het Ban Hong landschap. Ik ben de lange afstanden nog altijd niet beu, als ik maar over de kleinere wegen kan rijden en zo weinig mogelijk over de highway. Het valt me op dat hoe verder ik van Chiang Mai (of toeristisch gebied in het algemeen) verwijderd ben, hoe vriendelijker en enthousiaster de mensen zijn als ze me zien rijden. Claxonneren, duim op steken, beginnen roepen,… al zijn sommige ook gewoon sprakeloos dat hun mond openvalt. Bleke fietsers zien ze in deze uithoek precies niet veel.
Op het einde van de rit zag ik op de gps opvallend veel kronkels in de baan, meestal betekend dit haarspeldbochten en klimmen, maar deze keer valt het mee. Het is wel heel bochtig, maar het gaat altijd naar beneden. Blijkbaar was ik heel de dag al rustig aan het klimmen geweest zonder het te weten. De fiets nerds kunnen dit wel terugvinden op Strava. Dus volgt een heeeele lange afdaling. Wat me opvalt is dat er veel lege flesjes bier en cocktail bekers in de berm liggen. Een gevaarlijke combinatie lijkt me. Nog 15km glooien en ik ben op mijn bestemming. Ik pas voor het hotel dat veel weg heeft van een love nest langs de snelweg en vind snel iets anders. Douchen, eten, werken. Ik kijk de overschot van de film waar ik gisteren bij in slaap viel en kruip er in.