Eindelijk terug op de fiets
Eerste halte op deze eerste dag terug op de fiets is Lampang. Het uiteindelijke doel is om na 5 dagen Nong Khai op de grens met Laos te bereiken, zo’n 750km verder. Maar elke reis begint met de eerste euh… trap, dus weg zijn we.

Zoals altijd is het eerst een paar kilometer smog happen tussen het drukke verkeer bij het verlaten van Chiang Mai, daar is geen ontkomen aan, maar eens ver genoeg buiten de stad is het hier heel aangenaam fietsen. Gelukkig nog vlak ook, want een ideale voorbereiding heb ik niet gehad. Een maand lang pinten drinken tot diep in de nacht en voor het slapen gaan nog een kebab en/of Pad Thai steken doen niet bepaald wonderen voor uw fysieke conditie. Het doel voor vandaag is Lampang en overenthousiast als ik was tijdens het plannen van deze rit heb ik gekozen om door het Doi Khun Tan national park te rijden, iets waar ik later spijt van zal krijgen…

De vlakke wegen maken plaats voor lichte hellingen en ik heb de indruk dat ik 200kg weeg en met geen stokken vooruit te krijgen ben. Wat is er aan de hand? Ik heb ongeveer 15kg bagage bij, maar normaal gaat dit toch beter… Ben ik echt op zo’n vet varken geworden? Zonder aankondigen gaat het plots tegen 8% omhoog, dat is althans wat er op het bordje staat. Duurt lang, heel lang en dit was nog maar de voorbode van wat het national park te bieden heeft. Ze hebben hier ook maar één soort bordje denk ik, want alle bordjes aan het begin van een helling (steil of niet) geven 8% aan. Maar dan, 8% gaat over in 15% en het word me ook duidelijk waarom hier geen andere fietsers zijn. Belachelijk steile cols volgen elkaar in sneltempo op, sneller dan ik ze kan verteren. Ik ben ook door mijn voorraad eten en drinken aan’t gaan, een domme fout die ik normaal niet zou mogen maken. Afstappen doe ik anders nooit, maar nu gaat het niet anders, dit is meer iets voor alpinisten dan voor fietsers. Bij het afstappen glijd ik achterwaarts uit mijn sleffers en blijf met moeite overeind.
Fuck, waar ben ik aan begonnen. Ik sta hier op mijn blote voeten met heel veel moeite een gepakte fiets tegen een bergwand op te duwen, dorstig, zeiknat van’t zweet en geen 7/11, restaurantje of dergelijke in de verste verte te bespeuren. Hier is echt niemand en in mijn achterhoofd begin ik al aan Bear Grylls te denken en hoe ik mijn bed straks ga maken in de jungle. Het gaat traag vooruit, maar zo’n vaart loopt het allemaal niet want na een paar uur zwoegen/duwen/fietsen kan ik zelfs een beetje bergaf bollen en als uit het niets verschijnt er opeens een noedelkraampje aan de rand van de horizon. Die mensen zien daar precies niet veel volk dat bos uitkomen, laat staat op de fiets. Ik eet een soepke en koop bijna al de rest van wat eetbaar is uit het kleine winkeltje. Na dat ik wat bekomen ben zet ik mijn weg verder. Het gaat nog wel wat op en neer, maar dat is niks in vergelijking met waar ik vandaan kwam.

Lampang
Lekker meurg kom ik aan in Lampang en check ik in in het eerste hotel op mijn lijstje, beetje fancy, maar heel betaalbaar. Een voordeel van te gaan waar geen zak te zien is. Onderweg nog rap een koude Leo meegepikt welke ik na een deugddoende douche opdrink terwijl ik werk op mijn bed, beentjes plat. ’s Avonds ga ik toch nog op wandel om iets te gaan eten en waar beter zou ik kunnen gaan dan de bekende ‘Lampang Walking Street’. Ik ben ontgoocheld, ze kunnen die straat beter hernoemen naar Lampang empty street, want daar was geen kat te bespeuren. Wel vind ik nog een Thaise eetgelegenheid waar ze alleen steak hebben en een big chicken steak met french fried voor 69THB (€1,80) kon ik niet laten liggen. Het bordje fried rice chicken van 10 min voordien had ik echt niet genoeg mee.

Ik ga terug naar het hotel, werk nog een beetje maar ga op tijd slapen want morgen wacht me de langste rit van allemaal. Al word ik ’s morgens wakker met een onaangename verrassing…