Kratzmühle - Regensburg
80km
Alles dus weer lekker sponzig om te vertrekken, alleen mijn hoofd niet. Ik had een houten kop van die liter lokale wijn. Zware benen en die rechter knie, tja… die deed nog altijd niet wat ze moest doen. Gelukkig was het een redelijk korte rit vandaag. Altijd langs het water en door allerlei padjes die door de regen van de vorige nacht herleid waren tot een modderpoel. Tegen de namiddag hang ik, mijn fiets en bagage helemaal onder de modder en besluit ik dat het hoog tijd is voor een terraske met een brownie en een wiessbier. Nog een klein stukje verder kom ik aan in Regensburg op de dure Azur camping. Op de tentplaatsen van campings is er bijna nooit een stopcontact te vinden, gisteren niet en ook vandaag niet en al mijn elektrische toestellen zijn zo goed als helemaal plat. Ik heb geen zin om als een idioot heel de avond in de wc-blok aan een stopcontact gaan te zitten tot alles opgeladen is. Achter mij staat een cerreven en auto met gele nummerplaat. Nederlanders kom je overal tegen en maar goed ook. Als ik wat beweging zie ga ik erop af en vraag of ik misschien mijn toestellen een beetje mag opladen voor de volgende dag. Ik heb minstens 1 smartphone nodig om te navigeren en zou ook nog eens graag iets posten op mijn website. Dat was natuurlijk direct goed, ik moest me maar installeren en als ik zin had zaten er koude pintjes in de koelbox. Ronald en Karen gingen eerst nog een blokje fietsen. Eerst douchen en die pot chili con carné opwarmen die ik onderweg nog had gekocht voor ik kan gaan laden. Ik heb net alles ingeplugd als ze terugkomen van het fietsen. We praten nog een paar uur op het terrasje onder de luifel en ik keer na middernacht geladen terug naar mijn tentje.
Regensburg - Deggendorf + Deggendorf - Tiefenbach
90km + 47km
Ontbijtje uit de supermarkt gevolgd door weer echt mooi fietsen. Het lijkt nooit gaan te vervelen. Tot opeens alles zwart wordt voor mijn ogen. Een vlaag muggen, nooit gezien. Het was precies nacht. Het duurt dan ook een hele tijd voor ik ze allemaal van mijn gezicht, lijf, ogen, oren en neus geklopt en gepeuterd heb. Beetje regen kan de pret niet bederven en mooi fietsen veranderd in echt super mooi fietsen als ik terug aan de Donau kom. Én volle bak wind in de rug. Ik maak goed vorderingen in Duitsland en zie zelfs hier en daar al een glimp Oostenrijkse architectuur (lees: lelijke berghut) Ik heb honger en spot een pizzakeet. Het blijkt een Indische kerel te zijn die zijn zaak vandaag graag voor de eerste keer sinds 3 maanden covid terug open wil doen. Klinkt gevaarlijk. Ik waag het er toch op en probeer iets te bestellen. Er stonden nog maar een paar dingen in de ijskast om te drinken en als eten pak ik dan maar iets Indisch. De eigenaar kan zich slecht verstaanbaar maken in het Engels en haalt zijn kleine erbij, want die is master English. Maar wat daaruit kwam deed me toch wat fronsen. Dat kleine ronde mannetje sprak met één of ander Texaans accent. Waar hij dat opgedaan heeft mag Joost weten. Dan bracht hij mijn pintje. Gesloten. Toen ik hem daarop attent maakte bracht hij even later een opener maar beweerde dat hij zo’n ding nog nooit had gezien. Hij stond dan ook versteld dat ik ermee als magic mijn fleske open deed. Indiërs, vreemde animo verzekerd.
Ik arriveer op mijn eindbestemming voor die dag, of dat was toch het plan, maar die camping had meer weg van een containerpark met een zeer hoog Pico Coppens gehalte. 50km verder is nog een camping en dan zou ik de volgende dag mijn knie een beetje kunnen sparen dus rij ik nog twee uur verder. Eens aangekomen vestig ik mij op een camperplaats want het tentveld was een modderpoel en nu had ik dan een stopcontact. Wifi wel enkel aan het onthaal. Als ik daar wat zit te internetten terwijl ik wacht op mijn eten vraagt de serveuse zich af wat ik in dat gat kom zoeken. Ik vertel haar mijn plan en ze zegt dat ik beter nog 10km was doorgereden tot in Passau omdat daar op vrijdag wel iets te zien is. Tja, te laat en ik eet mijn pizza. Als ik vraag tot hoe laat hun cafetaria open blijft lachten ze me daar in mijn gezicht uit. Kom zeggen ze, we zetten u wel af in Passau als we naar huis rijden want daar komen drie rivieren samen, staat een kathedraal, enz… en dat moet je gezien hebben. Dus ik wandel ’s avonds nog een tijdje door Passau, doe een terras en neem op tijd een taxi terug naar huis. Dansen was toch nog altijd verboden.