The twins in Thailand
Bangkok
Vroege vogels Fik en Jef waren zonder dat we het wisten echter al gaan vliegen en waren naar eigen zeggen al bijna een uur op zoek naar ons. Alles was namelijk heel vlot verlopen, al zat de straalstroom richting oosten er ook wel voor iets tussen. Beide geen oog geslapen, 11 uur alleen maar wat “rondgekeken” in de vlieger naar Thailand.
Eerste indruk: warm, al was het nog maar 8 uur ’s morgens. We springen in de taxi richting centrum en het is grappig ze even in’t oog te houden tijdens hun eerste kennismaking met Bangkok. “Daar zit zeker ne petrel in Fik!” “Dju dieje hee veul hout zitten!” “6 rijvakken aan elke kant jom, da hebde in Bels nergens!” “Da is een betoncentral denk” enz…
We checken in, gaan ontbijten en bespreken de planning voor de volgende dagen. Morgen gaan we met de trein naar Charel dus moeten we eerst tickets hebben. We nemen twee tuk-tuks naar het station en wandelen van daaruit door Chinatown, dwars door Bangkok tot aan het paleis en Wat Pho. Niet slapen, ver wandelen en 35° op hun bolleke komt aan dus gaan we in de buurt van onze woonst afkoeling zoeken in een paar grote Leo’s. Die deden goed hun werk, want even later moet ik Jef al kalmeren en vragen de woorden Holland en Hollander niet zo luid over het terras te roepen omdat er een paar naast ons zitten. Ai ai, nog twee jonge meisjes ook, vogels voor de kat 🙂
Tijd om te douchen en opnieuw te gaan eten. Nee, geen frut maar khao pad kai, ofwel gebakken rijst met kip. Een goeie introductie van Thais eten en iets dat iedereen lust. Ook de broers, maar dan wel zonder vissaus. Om te bekomen nemen Fik en ik een voetenmassage en Yulia een mani –en pedicure. Jef kiest ervoor om vrijwillig lastig gevallen te worden door bedelaars, kostuum –en rommel verkopers. Al waren het wel “ferm kostums!”
Buriram en Satuk
10.10 en de trein naar Buriram vertrekt, maar Jef is precies iets vergeten… een jas en een klak die zich verstopt hadden aan de kapstok achter de deur. Met een telefoontje naar het guesthouse is het probleem echter snel van de baan. Pas rond 17 uur komen we aan in Buriram waar Charel, Moon en dochter Feun ons staan op te wachten. Eten, eten eten, altijd maar eten hier. Deze keer in de Bamboo bar. Een populaire keet voor falangs en ze hebben er frut. “Goeie frut!” Van Buriram is het nog een klein half uurtje naar Satuk waar we gaan verblijven. Opnieuw inchecken waarna we een bezoekje brengen aan Kristof, een andere Belg die daar woont. Allemaal samen gaan we naar de voetbal kijken in het winkeltje op de hoek, drinken bier, eten chips,… tot een stuk in de nacht.
Vandaag neemt Charel de broers mee op pad terwijl wij werken. Ze bezoeken de tempel en zitten de rest van de dag bij Charel thuis te burten in zijn nieuwe pergola. Of hij die speciaal voor hun bezoek gebouwd heeft weet ik niet. De volgende morgen neemt hij hen mee naar Cambodia, of toch bijna. Want één keer elke 3 maanden moet Charel ter controle met zijn paspoort langs immigratie. Aan de grens kan je altijd goed winkelen, ook hier. Als je niet vergeet waar je je spullen laat natuurlijk… Op de terugweg rijdt Vic en worden ze tegengehouden door de politie. Gelukkig zijn ze content met Charel zijn rijbewijs, of die nu achter het stuur zat of niet. De laatste dag maken ze nog een toer in Charel zijn dorpje Koksapan. Langs het water, even stoppen bij Piet de Hollander en een noedelsoepke eten bij de overburen.
Chiang Mai
Tijd om verder te gaan. Buriram is in the middle of nowhere dus we boeken een nachtbus naar Chiang Mai. Frisjes. Dit is de koudste rijdende diepvries waar ik al ingezeten heb. De thermometer gaf 12° aan, al weten we niet zeker of dit de binnen of buiten temperatuur was. (We denken binnen). We komen fris aan in Chiang Mai en laten er geen gras over groeien. Direct het brommerke op en omhoog naar Doi Suthep. Een berg met tempel en letterlijk hoogtepunt van Chiang Mai. Het rijden op de brommerkes werd goed ontvangen dus besluiten we de volgende dag de Samoeng loop te rijden. Een lus van +/- 100km door berg en dal, langs mooie wegen en verre vergezichten.
Na zo’n dag op een brommerke is het tijd voor een rustdag en hoe kan je dat beter houden dan met een goeie Thaise massage en eens lekker gaan eten. Nu ja, lekker? De volgende dag opnieuw rustdag, verplichtte rustdag want 3 van ons 4 hadden de vorige nacht meer wc dan bed gezien. Les van de dag: Europees eten eet je beter in Europa. ’s Anderendaags iedereen genezen en tijd voor een trip. De bro’s gaan vandaag op tocht. Hun gezelschap: 6 Chinezen, 4 Zweedse schoonheden en 1 Griek. Eerste stop: de vlinder en orchidee farm, gevolgd door white water rafting, lunch, een ontspannend ritje op een olifant, drijven op een bamboevlot en als laatste en zwaarste het terugwandelen. Tussendoor ben ik zelf nog snel verhuisd naar een appartement in Chiang Mai. Heel snel zelfs, want de volgende dag moeten we alweer verder naar Phuket.
Phuket
Om praktische redenen vliegen we van Chiang Mai naar Phuket met de maatschappij Thai SMILE. Die hebben hun naam niet gestolen. Ze spelen de hele tijd grappige filmpjes en voor één keer schudde de vlieger niet van turbulentie maar van’t lachen. Welkom in Phuket, nog maar een uur hier en ons al twee keer in’t zak proberen te zetten. Eerst een taxichauffeur die toevallig geen enkele baht wisselgeld op zak heeft en daarna krijgen we een menu waar geen prijzen bij staan. Soit, die truuken van de foor kennen we dus slagen ze geen van beiden in hun opzet. In de prijsloze menu anders wel iets lekkers gevonden: een gevulde Thaise omelet, iets wat ze de komende dagen nog een paar keer zullen eten. Na ons goed ingevet te hebben gaan we een eerste keer deze vakantie naar het strand van Patong. Overvol en over toeristisch, maar het geeft je wel een goed beeld van Phuket. Pintje drinken, eens gaan zwemmen en vooral merken dat het hier veel warmer is dan in het noorden, dus oppassen met die witte beentjes. ’s Avonds eens gaan piepen op de Bangla road. Een enorm drukke straat met cafes en disco’s langs beide kanten, soms wel met een toog van 100 meter lang.
Een brommerke is nog steeds de leukste, goedkoopste en snelste manier om een plaats te verkennen. Nu ja, goedkoop. Niet als de lokale dwaze tourist police iedereen tegenhoud om 500B drinkgeld af te troggelen. In colère vergeet ik dan ook nog mijn rijbewijs terug te vragen… al goed dat het plezante goedlachse Thaise flikken waren op het bureau. Ondanks dat het hier wat duurder is vergaat het ons hier goed. De broers wandelen en ontspannen zich terwijl ik werk. Ze gaan ook nog eens op trip. Ze bezoeken de Phi Phi eilanden, al vonden ze pinguïn eilanden een betere naam. Zoveel volk op elkaar gepropt! Ik was er zelf niet bij, maar blijkbaar hadden ze ook een ladyboy-in-wording gids die voor heel wat entertainment zorgde. 1 minuut te laat aan de boot was een kus op de wang, 2 minuten op de mond en meer als 3… durfde hij niet zeggen. De Tsjertjenen op de boot konder er ook wel mee lachen. Spijtig dat de batterij van de kodak juist op dit moment leeg was… Vic en Jef zijn ook nog even verloren gelopen en hebben ook ontdekt dat ligstoelen nergens gratis zijn. We sluiten Phuket af met nog een rustig dagje op het strand. De kans op een proces is hier anders te groot. Al een geluk dat je gratis op het zand mag zitten, voor een zandkasteel hoger dan 1m moet je waarschijnlijk een bouwvergunning kopen.
Kanchanaburi – The Bridge Over The River Kwai
Met lichte tegenzin en bang voor het afvriezen van vingers en tenen nemen we de VIP nachtbus naar Bangkok. Toch een meevaller. Grote ruime stoelen en geen negatieve temperaturen. Ikzelf zit naast een praatgrage 55-jarige Canadees, al had hij best nog wel iets interessant te vertellen. Over koolmijnen, Chinezen en dat werken in de mijn niet ongezond is. Waar hij die extreem zware, piepende, rochelhoest dan vandaan had weet ik niet. Waarschijnlijk een koude nachtbus.
Eens in Bangkok direct met de taxi naar een klein treinstation waar de boemeltrein naar Kanchanaburi vertrekt om daar 2,5 uur later aan te komen. Een hele trip, maar nu kunnen we nog een paar dagen genieten in ons huisje op het water. Rust, stilte en soms een karaokeboot. Zo spenderen de broers hun laatste dagen. Al maken ze ook nog de verplichtte uitstappen naar de Hellfire pass, het oorlogsmuseum, de death railway en de Erawan watervallen. Een mooie afsluiter.
Bye bye Thailand
Eens terug in Bangkok kon de onvermijdelijke souvenirjacht beginnen voor iedereen die thuis in de sneeuw zat te wachten. Hoewel we onszelf natuurlijk ook niet vergeten zijn. De allerlaatste dag/uren doen we nog ons best om de overschot van het geld op te drinken en maken we iedereen die het wil geloven nog wat wijs. Ik ga nog mee naar de luchthaven waar alles vlot verloopt waardoor ik ze al snel vaarwel moet zeggen. 13 uur vliegen om dan sneeuw te gaan ruimen. Ze keken er niet naar uit.
"You will not go on this flight!"
Goed begonnen...
Iets verder in de rij komt er gelukkig eindelijk schot in de zaak en niet veel later kan ik helemaal los gaan langs de kant van een afrit. Niet veel tijd over, dus eventjes gas geben op de autobahn. Toch nog op tijd dus ga ik maar direct inchecken.
Of toch niet…
Visum
Er bestaat blijkbaar veel verwarring over het al dan niet nodig zijn van een visum voor Vietnam als je daar naartoe wil vliegen. Vanuit België blijkbaar geen probleem (je moet dan wel een papier tekenen dat je zelf verantwoordelijk bent) maar in Duitsland gaat er een rode lamp branden en behandelen ze je ineens alsof je 20 kilo cocaïne in je gat hebt zitten. Ik had nogtans gebeld naar de Vietnamese ambassade in Brussel om dit na te vragen en volgens hen was dat geen probleem als ik binnen de 15 dagen het land zou verlaten. Voor de mevrouw van Berlin Airlines dus wel. Ook al had ik reeds een geldig Thais visum van een half jaar, niks kon deze furie/führer van haar stuk brengen. Verdomme! En charmes heb ik ook al niet. Ze verwijzen me door naar de ticket counter. Ticket? Ik heb toch al een ticket? “No mister, you must buy new ticket!” Wablieft? Kunnen ze dat niet gewoon verzetten? Wat volgde was een lange aaneenschakeling van schelden, vriendelijk zijn, roepen, kalmeren en telefoneren. Uiteindelijk heb ik via mijn travelagent mijn ticket kunnen omboeken voor ‘slechts’ een paar honderd euro. Maar naar Thailand ipv Vietnam! In ieder geval beter dan een nieuw ticket kopen.
Ik ben ontgoocheld. Ik zou op mijn sokken in een vliegtuig richting Azië moeten zitten maar ik sta in een lege Duitse luchthaven met Fritz die niet weet dat hij gratis wifi uitzend met zijn iPhone. Wat zijn mijn opties? Taxi plus overnachting in het Sheraton hotel vlakbij de luchthaven kost ongeveer evenveel als 1 maand leven in Thailand. Ik bel onze Mario eens om te polsen of die misschien nog onderweg naar huis is. Hij was 5 minuten thuis, net genoeg om tegen Tinne te zeggen dat hij terug weg was. Ik begin alvast aan de voorbereiding van een nachtje doorwerken om toch snel in Vietnam te geraken. Via allerlei achterpoortjes en al dan niet illegale visumbreau’s krijg ik voor $40 een “speciaal papier” waarmee ik direct een visum on arrival zou krijgen.
Iedereen nog mee?
Dus de volgende dag terug naar de luchthaven en ik vlieg naar Bangkok. Kak! Wat nu weer, ik heb een Thais visum voor 6 maanden (3×2 maanden), maar als ze dat nu al afstempelen dan haal ik dat niet. Gelukkig staan er al wat stempels in mijn paspoort en ziet het er al wat versleten uit. Ik plak de pagina met mijn Thais visum aan de vorige zodat de kerel van de douane dit niet zou zien en mij gewoon zou binnenlaten. Met een beetje geluk werkt dit nog ook.
’s Avonds laat ik de Khao San links liggen en kijk ik live vanuit mijn bed naar de oefenmatch van de Rode Duivels met een paar Leo’s en een pad thai achter de kiezen, overnacht daar en neem de volgende dag een ander vliegtuig verder naar Ho Chi Minh in Vietnam waarna ik dus eindelijk aankom op mijn oorspronkelijke eindbestemming.
Niet de leukste 72 uur, maar dat hoort erbij zeker 🙂
Al was dit maar het begin…
Hotels, resorts, hostels en guesthouses in Düsseldorf, Duitsland
Koh Chang, Koh Mak, Songkran 2014, Chiang Mai, Pai en dengue
Check in Chang
Deze tijd van het jaar is het in Bangkok loeiheet en vochtiger dan in een Finse sauna waardoor ik al na één nacht Leo’s drinken en schorpioenen eten ’s anderendaags het hazepad kies en vertrek richting Koh Chang. Voor de verandering stap ik eens af van mijn gebruikelijke routine en besluit een mini-van te nemen. Deze zouden zeker even comfortabel én sneller zijn. Dat laatste is waar, maar ze vertrekken later en blijven langer plakken aan het tankstation, waardoor je zelfs nog later aankomt. En eigenlijk is zo’n mini-raket gewoon maxi-onveilig. Om het nog een beetje spannender te maken regende het ook nog eens pijpenstelen, maar daarover later meer… Eens aangekomen aan het mini-bus-station moeten wachten op een taxi-pickup om naar de ferry te geraken. Misschien had de ferry evengoed tot daar kunnen komen, want het regende alleen maar harder en harder. Drijfnat, maar zonder kleerscheuren of buikschuiven op Koh Chang geraakt voor de laatste etappe van een dag vol gevaren. De wegen op dit eiland zijn namelijk van de steilste en gevaarlijkste die ik ooit gezien heb en dat is als ze droog zijn. Ah en had ik al gezegd dat het al bijna 22 uur was en dat de elektriciteit was uitgevallen?
Soit, we blijven lachen en goedgezind en eindelijk kan ik inchecken in mijn excotic bungalow op Lonely Beach. Geen Little Eden deze keer wegens volzet en het ontbreken van een zwembad. Douchen, eten en kleine party gehouden. Een bewogen eerste dag van wat een heel rustige vakantie moest worden. ’s Anderendaags een beetje uitrusten van het reizen, strandzitten, lezen en relaxen om de volgende morgen de boot naar Koh Mak te nemen. Een voor mij nog onbekend eiland niet zo ver van Koh Chang.
Koh Mak
Mooi, ongerept en vooral rustig. Koh Mak is op het eerste zicht alles wat ik ervan verwachtte. Hier een paar dagen ontspannen zou geen probleem mogen zijn. Eens gesetteld in Baan Koh Mak, een brommer onder mijn gat en het eiland verkend. Gezellige bar gevonden, maar ’s anderendaags ontdekt dat ik het slachtoffer was geworden van minder gezellige zandvlooien. Mijn benen helemaal vol jeukende bulten en hier en daar op mijn lichaam hadden ze me ook te pakken. Even stoppen met nagelbijten en krabben maar. Eén manier om de vlooien te ontvluchten was in een kayak, en al lijkt zo’n eiland aan de horizon soms vlakbij, ik kan u verzekeren dat het verder is dan je denkt 🙂 Uiteindelijk een strand gevonden met geen (of toch minder) vervelende beestjes in het zand, bleken bij thuiskomst mijn voeten vol met olie te hangen! Inderdaad zwarte dikke vette olie. Het heeft me die avond heel wat tijd en nagellak-remover gekost om alles terug proper te krijgen. Op zich geen erg, want het is er toch doodstil na 21 uur.
Songkran
Na vier dagen (één dag vroeger dan gepland) heb ik echter genoeg gekrabd en gepoetst en besluit terug te gaan naar Koh Chang, want Songkran (Thaise nieuwjaar) zit eraan te komen. Zoals altijd een paar zeer leuke dagen die traditiegetrouw al een hoogtepunt bereiken nog voor de festiviteiten officieel beginnen. Elke dag wel ergens een foam-party, free buckets, enz… in het gezelschap van mijn Russische comazuipers. Het worden een paar zware, koude dagen, want al is het best warm, de zon laat zich maar weinig zien en emmers met ijswater zijn dit jaar erg populair. Resultaat na 4 dagen 24/24 nat rond te lopen = een valling bij 40°C.
Chiang Mai & Chiang Mai Ram
Om nog maar eens af te wijken van mijn gewoontes deze keer het vliegtuig genomen ipv de bus en de nachttrein en zo twee dagen gewonnen. Chiang Mai is en blijft één van (misschien wel dé) lievelingsstad voor mij in Thailand, al zou mijn bezoek deze keer iets anders uitdraaien dan gepland. Na een nachtje stevig stappen ’s morgens nog slechter dan anders wakker geworden. Al snel bleek het niet om een gewone kater te gaan, maar om iets anders. Wat exact zou ik echter pas een over een paar dagen te weten komen. Die eerste dag was onaangenaam, maar viel al bij al nog mee. De nacht die erop volgde niet. Met toppers tot 40° zwetende en rillende koorts, waardoor ik besloot ’s ochtends toch eens langs te gaan bij de dokter in het Chiang Mai Ram ziekenhuis. Diagnose: koorts en een keelontsteking.
Ze sturen me wandelen met -wat lijkt- een overdosis geneesmiddelen en de opdracht over 3 dagen nog eens in te checken. Echter elke ochtend hierna verslechterde mijn situatie, ook al helpt de medicatie telkens tijdelijk wel een beetje. Op een goei moment sleur ik me nog op een brommerke richting Pai, een poging toch nog iets van de laatste weken van de vakantie te redden. Tevergeefs. Noodgedwongen moet ik terugkeren naar Chiang Mai en ga opnieuw langs bij het ziekenhuis. Deze keer wil de dokter wel een bloedtest doen en na een uurtje wachten komt de verpleegster met de uitslag waarvoor ik al vreesde. Hiervoor had ik geen dokter nodig. DENGUE DENGUE DENGUE stond in dikke letters bovenaan op haar papier. Plotseling veranderde mijn status van zieke toerist naar buitenlandse ziekenhuispatiënt en sta ik in het middelpunt van de belangstelling. Ik moet stil blijven zitten met mijn mondmasker op terwijl ze de papieren voor mijn verblijf van onbepaalde duur in orde maken. Als ik zeg tegen de dokter dat mijn vlucht over twee dagen is moet hij eens lachen, kninkt nee en zwijgt. Ik moest ook nog mijn rugzak gaan halen in een guesthouse en het brommerke terug binnen doen. Oei, dat mocht niet, tenzij met de ambulance. Na veel ha’s en hok’s (vijven en zessen) lieten ze me dan toch even gaan, maar ik moest extreem voorzichtig zijn. Ik had namelijk erg weinig witte bloedcellen, maar wat nog gevaarlijker was, zo goed als geen bloedplaatjes meer. Als ik iets ernstig zou meemaken zou ik volgens de dokter gegarandeerd leegbloeden.
Ik kom in één stuk terug en kan na een paar krabbels en een ritje in de rolstoel inchecken in mijn VIP-room. Daar zal ik uiteindelijk 5 dagen aan het bed en baxter gekluisterd zijn en er niet uitkomen voor mijn bloedwaarden verbeterd zijn. Gelukkig een zeer comfortabele kamer, grote tv (met voetbal), heel goed personeel (behalve die psychopate die elke dag bloed kwam trekken) en zelfs nog een leuk onaangekondigd bezoek (incl. snoep) van de Kris. Een Belg die al een paar jaar in Chiang Mai woont, waar ik al een paar keer op heb kunnen rekenen én die me in eerste instantie naar dit goeie ziekenhuis verwezen heeft. Nog eens bedankt Kris! Wat ik ook niet mag vergeten zijn de goeie zorgen die ik gekregen heb van Yulia, één van de Russische meisjes die zich over mij ontfermd had. En als laatste nog een pluim voor onze Mario en de mensen van de verzekering die ervoor gezorgd hebben dat ik me nergens druk in moest maken. Van betalen, tot overnachtingen in Bangkok, tot repatriëring naar België enz…
Ik spendeer mijn laatste dag in Bangkok, ga een laatste keer op stap in de Khao San, slaap in stijl in een luxueus resort en sta de volgende dag pinten te tappen (drinken) op het P-team volleybal toernooi.
What doesn’t kill you… 😉
Hotels, resorts, hostels en bungalows op Koh Chang, Thailand
Kathmandu
Bangkok - Kathmandu
Omdat we even moeten wachten om te landen, krijgen we tijdens een paar rondjes over de stad al een mooi beeld van wat ons te wachten staat.
In een nieuw land is het altijd even de aap uit de boom kijken en afwachten hoe ze u deze keer in’t zak proberen te zetten. Lijkt op het eerste zicht goed mee te vallen, al is er volgens onze taxi chauffeur NIKS te zien in Kathmandu! 🙂 Later zal blijken dat dat toch nog goed meeviel. Hij zet ons af bij (al-dan-niet-expres) het verkeerde Horizon hotel, maar we besluiten er toch te blijven. Aha! Hier zijn de eerste opdringerige mannen! Na het onvermijdelijke vragenvuur van “where you from” tot “what time you like breakfast” en het bijbehorende verkoopspraatje doen we nog even of we alles van zijn zelfverzonnen Engels verstaan en houden het dan voor bekeken. Nog snel een stapje zetten in de stad voor het donker wordt en daar is de volgende scam-poging al. Volgens de Lonely Planet lopen hier kinderen rond die vragen van waar je bent en dan de hoofdstad van je land zeggen… en vervolgens van alle andere landen van de wereld. Voor een kleine vergoeding natuurlijk. “Where you from mister?” Belgium, zeg ik. “Capital of Belgiuuuuuuuum…. China!?” Haha, sorry manneke, nog werk aan de winkel. Eenmaal we ons een weg hadden gebaand door de straatkinderen, wannabee-gidsen, waarzeggers en hash verkopers zijn het hier allemaal heel heel erg vriendelijke mensen. Zelfs onze eerste kennismaking met het lokale eten was een topper. Naarmate het later werd, daalde de temperatuur waardoor we terug in ons hotel aankwamen met een paar extra broeken en jassen voor de trektocht van de volgende dagen. Maar eerst nog een dagje sightseeing in Kathmandu.
Durban Square
De volgende ochtend is koud! Warm en blij met onze nieuwe winterkleding maken we een grote wandeling door de stad. Langs een ontelbaar aantal gebedshuisjes, standbeeldjes, tempels en dergelijke komen we aan Durbar Square, de place to be and see in Kathmandu. Gidsen landen op ons als muggen en we krijgen hen soms slechts met moeite weggeslagen. Het is dan ook geen hoogseizoen hier waardoor er maar weinig toeristen zijn en elke zelf onderrichtte Nepalees u voor wat kleingeld maar al te graag wil onderwijzen. Mooie pleinen, gebouwen, musea, dakterrassen, een 8 jarig heilig meisje dat ze tegen haar zin opsluiten in een vierkant gebouw en dat zich voor de lol van toeristen twee keer per dag moet laten zien. Dat en nog veel meer… absoluut de moeite.
Swayambhunath
Volgende (letterlijke) hoogtepunt: Swayambhunath. Een religieus complex gebouwd om een heuvel ten westen van de stad waar we te voet naartoe gaan. Al snel wordt duidelijk waar ze de bijnaam monkey temple vandaan hebben. Niet helemaal gerust door de gemeenschap apen die ons omsingelt beginnen we aan een beklimming die uit een slechte Indiana Jones film lijkt te komen. Eenmaal boven is het genieten van het prachtige uitzicht over de stad, maar nog steeds oppassen voor geïnteresseerde apen. Een taxiritje in een rijdende brooddoos brengt ons terug naar ons hotel waar we de bus naar Pokhara boeken voor ’s anderendaags. Uiteindelijk zet ik de conciërge van het hotel de volgende ochtend een uur te vroeg uit zijn bed want… onze wekker stond nog op Thais uur. Maar we waren wel op tijd.
Hotels, resorts, hostels en guesthouses in Kathmandu, Nepal
Koh Lanta
Same same… but different
We verblijven in het Pada Hotel, een door extreem vriendelijke moslims (ze bestaan) gerund hotel op een rustig stuk van Koh Lanta. Een nieuwe wereld gaat voor ons open als we tijdens een wandeling een weggetje inslaan dat we bij alle vorige bezoeken over het hoofd gezien hadden. Verlaten stranden en rustige barretjes. Tegen de avond echter genoeg door het zand geploegd en we huren een brommerke voor de rest van de dagen. We brengen nog een verrassingsbezoek aan Jeroen en Frans van Isara Lanta (incl. welcome-back-wodka-baileys-shotje) en houden het die avond voor bekeken.
Oudejaarsdag heb ik nooit echt speciaal gevonden en dat was nu niet anders. We gaan op ons gemak eten in Old Town, rijden door het national park en gaan al eens vissen op een lokale visput. Als opwarmerke 🙂 ’s Avonds vieren we naar goede gewoonte oudjaar op het strand met zoveel vuurwerk dat een inwoner van Enschede jaloers zou maken. Afsluiten doen we in de piraten bar waar nog een paar gewonden vallen na een knaller op de dansvloer. (Dat mag je letterlijk nemen.) De rest van de animo die avond werd verzorgd door: een dikke zatte oude vrouw, ne kleine met lampjes, heupwiegende hoelahoepsters, onze mislukte wensballon en een slang in de vrouwen wc die na een avond volk wegjagen gewoon een veloband bleek te zijn.
Nieuw jaar, nieuw avontuur!
1 januari geen kater, maar een lange warme dag rondrijden, P-Magazine en Dag Allemaal lezen, snoozen op het strand en plonsen in ons zwembad. 2014 is nu al een topjaar.
De grote dag is aangebroken. Ik had al een paar keer afgesproken met Don, een visser die hier al jaren woont en die ik ondertussen ook al een paar jaar ken. Naar goede gewoonte had ik een cadeau bij en deze keer waren het foto’s van onze vorige vistrip die ik had laten afdrukken in den Hema. Dat vonden ze geweldig natuurlijk. Zijn broer werkt daarbij ook nog eens in het hotel waar we verblijven en we zijn in het restaurant van zijn vrouw al eens gaan eten dus hier konden we niet veel verkeerd meer doen. Gert in ik gaan vandaag mee vissen. Al is het niet de ideale tijd van het jaar, we wagen het er toch op. Hmm, het sleepvissen van overdag brengt niks op. Na de lunch op een piepklein eilandje en een beetje snorkelen (dat we toch vis gezien hebben) werpen we het tegen de avond -komt ie- over een andere boeg.
Terwijl wij dachten dat we nu onderhand naar huis zouden varen begint Don handlijnen klaar te maken. Direct beet. Ik vang een mooie white snapper en de Gert ook euh… iets. Het word stilaan donker en de barracuda’s hebben honger. Don vangt er een paar en plots hangt er bij mij ook een monster aan. Ik begin hem met veel moeite binnen te halen, zie na een tijdje mijn lood al boven komen, de vis bijna… en dan schiet hij los. Vis weg. Balen! Don vangt er nog één… en nog één. En op den duur is het plotseling al wel heel laat en beseffen we dat we eigenlijk mega ver op zee zitten in de pikkedonker en dat er precies best veel wind is ineens. Daar zitten we dan in een longtail bootje, met een nakende storm in de verte, Don en zijn helper die volgens Don “only 50% but good guy” is en wij. “Hold on” was het magere advies dat we kregen voor we aan de terugtocht begonnen. Kleine golven worden grote golven, grote golven worden nog groter en op den duur vliegen we meer door de lucht dan door het water. Ongerust? Bwa, dat viel nog wel mee, de vrouwen waren het anders wel. Na een dikke twee uur Deadliest Catch spelen en net niet geramd geworden door een mega schip spoelen we terug aan op Koh Lanta. Magere vangst, maar wat een leuk avontuur en een goeie reden om nog eens terug te komen.
De laatste dag gebruiken we om vanaf Trang terug naar Bangkok te vliegen. Ook al waren we veel te vroeg in de luchthaven, tijdens een paar potjes shithead enz… -komt ie weer- vloog de tijd voorbij. Twee dagen shopping in Bangkok voor Gert en Sophie en voor hen zat het erop, voor ons wachtte de kou van Nepal.
Hotels, resorts, hostels en bungalows op Koh Lanta, Thailand
Trax Tourt
Start your engines
“Had ik maar meer kleren aangedaan.” Dat was de enige gedachte in mijn hoofd de eerste kilometers op het brommerke. Thailand warm? Nope. We waren precies ergens verkeerd gereden en in Siberië terecht gekomen. Na dat we alles wat in onze kleine rugzak zat over elkaar hadden aangedaan toch nog vlotjes Chiang Saen bereikt.
Ons gezelschap kende het spel shithead nog niet maar na een paar potjes trainen in het zonnetje was iedereen mee. Behalve als er een acht viel. Het grappige madammeke dat we er twee jaar geleden al eens tegen kwamen kon nog altijd geen Engels al hield haar dat niet tegen te proberen. ’s Avonds gaan eten op “den dijk” van de Mekong met Laos op de achtergrond. Afgesloten in een caféke waar ze voor elke klant alles apart gingen halen, ook al zat je aan dezelfde tafel en hadden ze je eigenlijk niet verstaan. Uiteindelijk in bed gekropen met onze nieuwe -verstand op nul en kijken- serie: True Blood.
Met een lekkere valling en een bijna botsing start ik de volgede dag, maar dat was na dat mijn kilometrikske de geest had gegeven. Rap even stoppen bij de golden triangle om een blik te werpen op een stukje Laos, Myanmar en Thailand en verder richting Doi Tung. “Caution! Very steep!” Zo werd die weg aangeduid op de kaart. Dat was niet gelogen. We zigzaggen de smalle weg en tevens populairste smokkelroute tussen Myanmar en Thailand over om even op adem te komen op de top van Doi Tung.
We rijden verder langs wat één van de mooiste routes in Thailand is en besluiten Mae Suai over te slaan om in één keer terug naar Chiang Rai. Bovenstaande verhaal klinkt bij momenten misschien vreselijk maar tegelijk hebben we heel erg genoten van de tocht, de heel mooie uitzichten en alle rest. Bij gevolg hebben we ook nog totaal geen kleurke en zien we er niet uit als mensen die op vakantie zijn in Thailand. Alleen mijn neus is verbrand waardoor ik evengoed kan doorgaan als een albino met een alcohol probleem.
Hotels, resorts en guesthouses in Doi Mae Salong, Thailand
Niks nieuws onder de zon
Bier, sloefen en vliegtuigen
De vakantiestemming was snel gezet in de sportsbar aan de terminal, met een halve liter Radeberger Pils en relaxte Duitsers die op hun sloffen naar de luchthaven komen. Vliegen is verplichtte kost dus probeer je het zo aangenaam mogelijk te maken. Twee vluchten met in het midden een verplichtte pitstop bij de Burger King in Abu Dhabi en we stonden alweer in sweaty Bangkok. Betogingen? Amper iets van te merken. Naar goede gewoonte ingechecked in ons guesthouse, iets gaan eten en ons daarna in het nachtleven begeven.
Chiang Rai
’s Anderendaags met lichte tegenzin nog maar eens op het vliegtuig gesprongen (al was het maar voor een uurtje) richting Chiang Rai, waar onverkende bergkammen op ons lagen te wachten. Reuze meevaller trouwens Chiang Rai met als hoogtepunt een vreemde disco klokkentoren die van 19.00u tot 19.15u even alle aandacht vraagt als je in de omtrek bent. Moet gezegd worden, het is er berekoud. Van Bangkok naar Chiang Rai gaan is vergelijkbaar met in de Colruyt van de droge voeding naar de diepvries. Tot overmaat van ramp kregen we zelfs geen warm water uit onze douche. Wat moest doorgaan als de boiler voor het warme water had meer weg van een op hol geslagen vlammenwerper. Laten we zeggen dat Ines blij is dat ze haar wenkbrauwen nog heeft.
Onze eerste aankopen deze vakantie op de night-bazaar in Chiang Rai waren dan ook een lange broek, een sjaal en een banana pancake, al heeft dat laatste niks met de kou te maken. Als afsluiter van de avond waren we getuige van een verkrachting. Verkrachting? Ja, van het repertoire van Eric Clapton en Frank Sinatra door een driekoppige Thaise band met één fan.
Ik schrijf dit vanuit het Sanboonma Resort in Chiang Saen en heb net 5 gamba’s, een bord sticky rice, een paar grote Leo’s, een bord fried rice en een portie gegrild nekvet van het varken op dus… so far so good.
Myanmar
"Strong is better”
Spider Sense Spider-Man Bubble Fruit Flavor Toothpaste. Dat was m’n laatste aankoop op Koh Phangan net voor we terug naar Bangkok gingen. Ik zal u zeggen dat het smaakt zoals het klinkt, naar Spider-man en tuttefrut. Good old sweaty Bangkok was nog altijd even sweaty en Myanmar zou een welkome verfrissing zijn.
Yangon
Na slechts een dik uur vliegen van Bangkok droppen ze ons in het mysterieuze land waar blijkbaar nog niemand iets van weet. Ook de mensen van Lonely Planet niet. Na vier keer dubbelchecken (dus acht in totaal) zijn we zeker dat we het juiste boek bijhebben. Waarom? Niet veel in dit boek lijkt te kloppen, alleen misschien de paginanummering. Bustijden verschillen, prijzen van hotels,… maar geen paniek. Ik vind ons een gezellige gevangeniscel om twee nachten door te brengen. Eens de papierwinkel doorworsteld die we van de overheid moeten invullen en we kunnen onze eerste stappen in Yangon en tegelijk Myanmar zetten. Toch wel een groot verschil t.o.v. Bangkok. Je ziet heel weinig toeristen, wel veel rassen (waarvan veel Indisch getint) die door elkaar leven. Het is er dikwijls rommelig en vuil en gebouwen geven een verwaarloosde indruk. Op straat bruist het er wel en heerst er een gezellige drukte. De vrouw draagt er denk ik de broek, want de mannen hebben allemaal een rok aan. We eten ons ontbijt in de namiddag en ik drink er een groot pintje bij. Pintje? 640ml bier van 8% nuchter op de maag. Myanmarese wijsheid: “Strong is better!”
We verkennen de stad en gaan voor de zonsondergang naar de grootste pagode ter wereld kijken. In Yangon heb je de gigantische gouden Shwedagon Pagoda. Het aller-allerheiligste der heilige voor boeddhisten. Heel schowen. De nachtbus in en off to Inle Lake, inderdaad een meer.
Inle Lake
Topbestemming nummer twee in Myanmar. Het is dus een meer, maar het heeft meer te bieden dan alleen maar een meer. Meer weten? Gelegen aan een rustig klein stadje met een tekort aan guesthouses en hotels, maar dé attractie is natuurlijk het water. Op en rond het water is geweldig veel te beleven, als een drijvend dorp op zich. Een hele grote markt, dure resorts, een spinnerij, tomatenkwekerijen, sigarenfabrieken, restaurants, kloosters met katten, paraplufrabriekskes, … teveel om op te noemen, allemaal op en rond het water en heel interessant.
Bagan
In Bagan staan honderd miljoen miljard pagodes. Misschien meer. We komen aan om 3.30u in de nacht, dat is wat ik nog eens een degelijke NACHTbus noem! Met temperaturen maar net boven het vriespunt warmen we ons aan het kampvuur dat voor ons guesthouse elke nacht brand. In afwachting van de zonsopkomst gaan we naar het dak van een grote tempel om de zon te zien opkomen. Spektakel verzekerd! Alleen een beetje koud op blote voeten, vraag maar aan Ines, die bijna een paar tenen kwijt was. We vullen de rest van onze leuke tijd in Bagan op de fiets, op het terras en op de bus naar Mandalay.
Mandalay
Internet in Myanmar? Ja! Eindelijk mails versturen en dwaze dingen lezen. We waren hier maar voor een avondje, want de volgende ochtend moesten we alweer terug naar Bangkok vliegen.
Myanmar is zeker een leuk land met heel vriendelijke mensen, voor herhaling vatbaar, maar je hebt veel meer tijd nodig dan 10 dagen. Daarnaast zijn er nog een paar praktische dingen zoals te weinig hotels, bussen, geen ATM’s,… maar dat zal wel normaal zijn voor een land waar tot voorheen geen toeristen kwamen zeker? Voila, en nu moet ik gaan, want Spider-man wacht op mij in de badkamer.
3, 2, 1,... Start
Sawadeeeeeeee
Excuses voor het lange wachten op een eerste bericht, maar het was voor mij noodzakelijk om eventjes heel ver weg te zijn van laptops, smartphones, pc’s en internetten. Omdat er al zoveel gebeurd is en ik hoogstwaarschijnlijk al heel veel vergeten ben zal ik proberen de voorbije weken samen te vatten in een notendop.
Bangkok
Slechts een uurtje later dan de rest (Witte, Bo, Fakke, Mich, Britt) komen we aan op de afgesproken plek in Bangkok. Natuurlijk eerst iets gedronken en elkaar verteld over de ongemakken van de vliegreis alvorens een lekker langverwacht douchke. Moet zeggen dat ik (we?) precies nooit weg zijn geweest uit het vertrouwde Bangkok en we heel blij zijn dat we terug zijn. De straat opgevlogen om de buurt wat te “verkennen”, nog een paar lokale disco’s onveilig gemaakt met B.A. Baracus en ’s morgens precies toch last van een kleine jetlag 🙂 Een bootje gehuurd om rond te varen op de kanaaltjes in en rond de stad om tegen de avond de nachttrein naar Chiang Mai te nemen. In de nachttrein veel Chang gedronken, gelachen (o.a. met de Pingeeeeeeels verkoper) en de Witte een lesje gehad in shithead van de treinmevrouw. Lekker geslapen ondanks dat de Fakke zijn kettingzaag meer lawaai maakte dan de trein zelf.
Chiang Mai
Direct een heel mooi guesthouse gescoord mét zwembad, brommerkes gaan huren en een deel van de groep “de buurt laten ontdekken”, want mannen zijn jagers en rijden nooit verloren. Als opwarmerke voor de tocht van de volgende dagen, de lokale berg van Chiang Mai al eens opgereden, op de top de tempel bezocht en nog iets gaan eten. Later op de avond Ines nog gered van een gigantische dodelijke reuze spin, verzeild geraakt in een barfight (maar niet gedeeld in de klappen) en een bewogen avond afgesloten met een soupke.
Pai – Mae Hong Song – Mae Chaem
De weg naar Pai was bochtig, even bochtig als in april, maar met veel minder rook zodat we van het mooie uitzicht konden genieten. Wel frisjes eens de avond valt. Wat nog wel eens valt, of tenminste wankelt is Britt, waarschijnlijk door al die bochten, misschien door de cocktails. Nog snel een paar olifanten gewassen in de rivier, visje gevangen en verder naar Mae Hong Song. Een strak schema en door een paar keer pech onderweg komen we pas redelijk laat aan. Het verschil van een small t.o.v. een large curry van heel dichtbij leren kennen en de lachende Thaikes aan tafel twee lik op stuk gegeven. Zelfs nog plaats gevonden voor een banana pancake welke we door hebben gespoeld op het balkon dat rook naar natte hond, maar uitzicht had over het meer. De laatste rit naar Mae Chaem was ook zeer de moeite, ondanks de koude. Ingechecked, wat rondgereden en gaan eten met een prachtig uitzicht over de vallei. Pitstop bij de apotheek + 7-11 en shithead gespeeld op het terras van onze bungalow. ’s Anderendaags teruggereden naar Chiang Mai, onderweg gestopt bij een waterval en zonder stukken terug thuis geraakt. Nu kon een echte Amerikaanse hamburger ons wel smaken, hoewel deze er niet bij iedereen even goed in bleef.
Vertrokken uit Chiang Mai richting Phuket met twee uur vertraging waar Michelle ‘putih kecil’ Maes ons zat op te wachten. Pintjes gedronken bij de shemales, gecrashed in zonder twijfel één van de mooiste kamers om te overnachten in die buurt en ’s morgens weeral op weg naar Koh Lanta, waar we de voorbije 5 dagen gespendeerd hebben, maar daarover later meer. Zo, dat was een hele waslijst om af te rammelen, maar nu is iedereen weer mee. Foto’s volgen…
Bek to Bengkok en Koh Samet
Bangkok is burning
Na de koffiepauze op het Bolaven plateau zouden we eerst nog richting zuiden gaan, naar de zogeheten ‘4000 islands’, maar blijkbaar is dat daar een beetje een tweede Vang Vieng aan’t worden en aangezien we daar net vandaan kwamen, hebben we ervoor gepast en zijn we terug richting Thailand gegaan. Via Ubon Rachatani, daar de 3de klas trein gepakt naar Buri Ram, waar de Charel (ooit een naitive Arendonkenaar) ons al stond op te wachten. Voor wie de Charel niet kent: hij woonde dus ooit ook in Arendonk, maar nu al meer dan 10 jaar in Thailand, samen met zijn Thaise vrouw Moon en haar twee kinderen. Ik had hem drie jaar geleden al eens bezocht en Ines keek er heel erg naar uit om te zien hoe ze daar leven. Geen grote stad, geen stranden, geen touristen, maar wel veel regelmaat en toch is daar elke dag wel wat te beleven. Burten met de andere fallangs die er wonen, lekker gegeten en vooral veel bier gedronken 🙂 Maar dat moest, want anders krijg je nierstenen. Daarbij had ik ook nog eens een kapot glas… Na twee dagen countryside, terug de bus gepakt naar Bangkok waar we ’s avonds eerst het grootste onweer ooit over ons kregen (de straten stonden allemaal blank) en daarna stond een gebouw in brand in de Khao San, vlakbij waar wij zaten. (Waarschijnlijk door één van de honderd miljoen miljard blikseminslagen) Bij de brand is zelfs één Fransman omgekomen. Tot zover de sensatie.
Koh Samet
Omdat we stilaan uitgereisd waren en geen zin meer hadden om nog maar eens het vliegtuig te pakken of extreme busreizen te maken hebben we de bus gepakt naar Koh Chang, ons (of toch zeker mijn) lievelingseiland om er Songkran (3 dagen Thaise nieuwjaar) te gaan vieren en de laatste dagen nog lekker te relaxen. We beseften dat het ook al lang geleden was dat we nog eens gezwommen hadden. Songkran was de dag voor het eigenlijk begon al mega crazy en de dagen die erop volgden waren er niet minder om. Kortom drie dagen zeiknat geweest en zwaar gefeest. De rest van de dagen gevuld met niks doen en een visa run. There’s no better life than beach life, dus na Koh Chang onderweg naar Bangkok toch nog even ingechecked op Koh Samet, een ander tropisch bounty eiland waar we nog nooit geweest waren. ’t Is hier zeer mooi en met het fijne witte zand kan je brood bakken, maar moet wel gezegd worden dat het hier ook opvallend duurder is dan de rest van Thailand. Maar daar trekken we ons de laatste week niks meer van aan en ontbijten dagelijks op het strand van ons resort 🙂
En morgen dan toch terug naar Bangkok waar we nog een paar leuke uitstapjes gepland hebben…