The twins in Thailand

Bangkok

Vroege vogels Fik en Jef waren zonder dat we het wisten echter al gaan vliegen en waren naar eigen zeggen al bijna een uur op zoek naar ons. Alles was namelijk heel vlot verlopen, al zat de straalstroom richting oosten er ook wel voor iets tussen. Beide geen oog geslapen, 11 uur alleen maar wat “rondgekeken” in de vlieger naar Thailand.

Eerste indruk: warm, al was het nog maar 8 uur ’s morgens. We springen in de taxi richting centrum en het is grappig ze even in’t oog te houden tijdens hun eerste kennismaking met Bangkok. “Daar zit zeker ne petrel in Fik!” “Dju dieje hee veul hout zitten!” “6 rijvakken aan elke kant jom, da hebde in Bels nergens!” “Da is een betoncentral denk” enz…

Bangkok
Vic, Jef en Leo

We checken in, gaan ontbijten en bespreken de planning voor de volgende dagen. Morgen gaan we met de trein naar Charel dus moeten we eerst tickets hebben. We nemen twee tuk-tuks naar het station en wandelen van daaruit door Chinatown, dwars door Bangkok tot aan het paleis en Wat Pho. Niet slapen, ver wandelen en 35° op hun bolleke komt aan dus gaan we in de buurt van onze woonst afkoeling zoeken in een paar grote Leo’s. Die deden goed hun werk, want even later moet ik Jef al kalmeren en vragen de woorden Holland en Hollander niet zo luid over het terras te roepen omdat er een paar naast ons zitten. Ai ai, nog twee jonge meisjes ook, vogels voor de kat  🙂

Tijd om te douchen en opnieuw te gaan eten. Nee, geen frut maar khao pad kai, ofwel gebakken rijst met kip. Een goeie introductie van Thais eten en iets dat iedereen lust. Ook de broers, maar dan wel zonder vissaus. Om te bekomen nemen Fik en ik een voetenmassage en Yulia een mani –en pedicure. Jef kiest ervoor om vrijwillig lastig gevallen te worden door bedelaars, kostuum –en rommel verkopers. Al waren het wel “ferm kostums!”

Bangkok
Trein Bangkok - Burriram

Buriram en Satuk

10.10 en de trein naar Buriram vertrekt, maar Jef is precies iets vergeten… een jas en een klak die zich verstopt hadden aan de kapstok achter de deur. Met een telefoontje naar het guesthouse is het probleem echter snel van de baan. Pas rond 17 uur komen we aan in Buriram waar Charel, Moon en dochter Feun ons staan op te wachten. Eten, eten eten, altijd maar eten hier. Deze keer in de Bamboo bar. Een populaire keet voor falangs en ze hebben er frut. “Goeie frut!” Van Buriram is het nog een klein half uurtje naar Satuk waar we gaan verblijven. Opnieuw inchecken waarna we een bezoekje brengen aan Kristof, een andere Belg die daar woont. Allemaal samen gaan we naar de voetbal kijken in het winkeltje op de hoek, drinken bier, eten chips,… tot een stuk in de nacht.

Bangkok
Handen omhoog of ik drink

Vandaag neemt Charel de broers mee op pad terwijl wij werken. Ze bezoeken de tempel en zitten de rest van de dag bij Charel thuis te burten in zijn nieuwe pergola. Of hij die speciaal voor hun bezoek gebouwd heeft weet ik niet. De volgende morgen neemt hij hen mee naar Cambodia, of toch bijna. Want één keer elke 3 maanden moet Charel ter controle met zijn paspoort langs immigratie. Aan de grens kan je altijd goed winkelen, ook hier. Als je niet vergeet waar je je spullen laat natuurlijk… Op de terugweg rijdt Vic en worden ze tegengehouden door de politie. Gelukkig zijn ze content met Charel zijn rijbewijs, of die nu achter het stuur zat of niet. De laatste dag maken ze nog een toer in Charel zijn dorpje Koksapan. Langs het water, even stoppen bij Piet de Hollander en een noedelsoepke eten bij de overburen.

Bangkok
Eten in Burriram met Charel, Moon en dochter

Chiang Mai

Tijd om verder te gaan. Buriram is in the middle of nowhere dus we boeken een nachtbus naar Chiang Mai. Frisjes. Dit is de koudste rijdende diepvries waar ik al ingezeten heb. De thermometer gaf 12° aan, al weten we niet zeker of dit de binnen of buiten temperatuur was. (We denken binnen). We komen fris aan in Chiang Mai en laten er geen gras over groeien. Direct het brommerke op en omhoog naar Doi Suthep. Een berg met tempel en letterlijk hoogtepunt van Chiang Mai. Het rijden op de brommerkes werd goed ontvangen dus besluiten we de volgende dag de Samoeng loop te rijden. Een lus van +/- 100km door berg en dal, langs mooie wegen en verre vergezichten.

Samoeng
Op zoek naar het hoogste punt van Samoeng

Na zo’n dag op een brommerke is het tijd voor een rustdag en hoe kan je dat beter houden dan met een goeie Thaise massage en eens lekker gaan eten. Nu ja, lekker? De volgende dag opnieuw rustdag, verplichtte rustdag want 3 van ons 4 hadden de vorige nacht meer wc dan bed gezien. Les van de dag: Europees eten eet je beter in Europa. ’s Anderendaags iedereen genezen en tijd voor een trip. De bro’s gaan vandaag op tocht. Hun gezelschap: 6 Chinezen, 4 Zweedse schoonheden en 1 Griek. Eerste stop: de vlinder en orchidee farm, gevolgd door white water rafting, lunch, een ontspannend ritje op een olifant, drijven op een bamboevlot en als laatste en zwaarste het terugwandelen. Tussendoor ben ik zelf nog snel verhuisd naar een appartement in Chiang Mai. Heel snel zelfs, want de volgende dag moeten we alweer verder naar Phuket.

Chiang Mai
Team rafting

Phuket

Om praktische redenen vliegen we van Chiang Mai naar Phuket met de maatschappij Thai SMILE. Die hebben hun naam niet gestolen. Ze spelen de hele tijd grappige filmpjes en voor één keer schudde de vlieger niet van turbulentie maar van’t lachen. Welkom in Phuket, nog maar een uur hier en ons al twee keer in’t zak proberen te zetten. Eerst een taxichauffeur die toevallig geen enkele baht wisselgeld op zak heeft en daarna krijgen we een menu waar geen prijzen bij staan. Soit, die truuken van de foor kennen we dus slagen ze geen van beiden in hun opzet. In de prijsloze menu anders wel iets lekkers gevonden: een gevulde Thaise omelet, iets wat ze de komende dagen nog een paar keer zullen eten. Na ons goed ingevet te hebben gaan we een eerste keer deze vakantie naar het strand van Patong. Overvol en over toeristisch, maar het geeft je wel een goed beeld van Phuket. Pintje drinken, eens gaan zwemmen en vooral merken dat het hier veel warmer is dan in het noorden, dus oppassen met die witte beentjes. ’s Avonds eens gaan piepen op de Bangla road. Een enorm drukke straat met cafes en disco’s langs beide kanten, soms wel met een toog van 100 meter lang.

Phuket
Patong beach

Een brommerke is nog steeds de leukste, goedkoopste en snelste manier om een plaats te verkennen. Nu ja, goedkoop. Niet als de lokale dwaze tourist police iedereen tegenhoud om 500B drinkgeld af te troggelen. In colère vergeet ik dan ook nog mijn rijbewijs terug te vragen… al goed dat het plezante goedlachse Thaise flikken waren op het bureau. Ondanks dat het hier wat duurder is vergaat het ons hier goed. De broers wandelen en ontspannen zich terwijl ik werk. Ze gaan ook nog eens op trip. Ze bezoeken de Phi Phi eilanden, al vonden ze pinguïn eilanden een betere naam. Zoveel volk op elkaar gepropt! Ik was er zelf niet bij, maar blijkbaar hadden ze ook een ladyboy-in-wording gids die voor heel wat entertainment zorgde. 1 minuut te laat aan de boot was een kus op de wang, 2 minuten op de mond en meer als 3… durfde hij niet zeggen. De Tsjertjenen op de boot konder er ook wel mee lachen. Spijtig dat de batterij van de kodak juist op dit moment leeg was… Vic en Jef zijn ook nog even verloren gelopen en hebben ook ontdekt dat ligstoelen nergens gratis zijn. We sluiten Phuket af met nog een rustig dagje op het strand. De kans op een proces is hier anders te groot. Al een geluk dat je gratis op het zand mag zitten, voor een zandkasteel hoger dan 1m moet je waarschijnlijk een bouwvergunning kopen.

Phi Phi
Phi Phi Ley - The Beach

Kanchanaburi – The Bridge Over The River Kwai

Met lichte tegenzin en bang voor het afvriezen van vingers en tenen nemen we de VIP nachtbus naar Bangkok. Toch een meevaller. Grote ruime stoelen en geen negatieve temperaturen. Ikzelf zit naast een praatgrage 55-jarige Canadees, al had hij best nog wel iets interessant te vertellen. Over koolmijnen, Chinezen en dat werken in de mijn niet ongezond is. Waar hij die extreem zware, piepende, rochelhoest dan vandaan had weet ik niet. Waarschijnlijk een koude nachtbus.

Kanchanaburi
The bridge over the river Kwai

Eens in Bangkok direct met de taxi naar een klein treinstation waar de boemeltrein naar Kanchanaburi vertrekt om daar 2,5 uur later aan te komen. Een hele trip, maar nu kunnen we nog een paar dagen genieten in ons huisje op het water. Rust, stilte en soms een karaokeboot. Zo spenderen de broers hun laatste dagen. Al maken ze ook nog de verplichtte uitstappen naar de Hellfire pass, het oorlogsmuseum, de death railway en de Erawan watervallen. Een mooie afsluiter.

Kanchanaburi
Chillen op het terras van ons drijvend huis

Bye bye Thailand

Eens terug in Bangkok kon de onvermijdelijke souvenirjacht beginnen voor iedereen die thuis in de sneeuw zat te wachten. Hoewel we onszelf natuurlijk ook niet vergeten zijn. De allerlaatste dag/uren doen we nog ons best om de overschot van het geld op te drinken en maken we iedereen die het wil geloven nog wat wijs. Ik ga nog mee naar de luchthaven waar alles vlot verloopt waardoor ik ze al snel vaarwel moet zeggen. 13 uur vliegen om dan sneeuw te gaan ruimen. Ze keken er niet naar uit.

Klik hier voor alle foto’s van hun trip


Koh Chang, Koh Mak, Songkran 2014, Chiang Mai, Pai en dengue

Check in Chang

Deze tijd van het jaar is het in Bangkok loeiheet en vochtiger dan in een Finse sauna waardoor ik al na één nacht Leo’s drinken en schorpioenen eten ’s anderendaags het hazepad kies en vertrek richting Koh Chang. Voor de verandering stap ik eens af van mijn gebruikelijke routine en besluit een mini-van te nemen. Deze zouden zeker even comfortabel én sneller zijn. Dat laatste is waar, maar ze vertrekken later en blijven langer plakken aan het tankstation, waardoor je zelfs nog later aankomt. En eigenlijk is zo’n mini-raket gewoon maxi-onveilig. Om het nog een beetje spannender te maken regende het ook nog eens pijpenstelen, maar daarover later meer… Eens aangekomen aan het mini-bus-station moeten wachten op een taxi-pickup om naar de ferry te geraken. Misschien had de ferry evengoed tot daar kunnen komen, want het regende alleen maar harder en harder. Drijfnat, maar zonder kleerscheuren of buikschuiven op Koh Chang geraakt voor de laatste etappe van een dag vol gevaren. De wegen op dit eiland zijn namelijk van de steilste en gevaarlijkste die ik ooit gezien heb en dat is als ze droog zijn. Ah en had ik al gezegd dat het al bijna 22 uur was en dat de elektriciteit was uitgevallen?

Soit, we blijven lachen en goedgezind en eindelijk kan ik inchecken in mijn excotic bungalow op Lonely Beach. Geen Little Eden deze keer wegens volzet en het ontbreken van een zwembad. Douchen, eten en kleine party gehouden. Een bewogen eerste dag van wat een heel rustige vakantie moest worden. ’s Anderendaags een beetje uitrusten van het reizen, strandzitten, lezen en relaxen om de volgende morgen de boot naar Koh Mak te nemen. Een voor mij nog onbekend eiland niet zo ver van Koh Chang.

De pier van Koh Mak

Koh Mak

Mooi, ongerept en vooral rustig. Koh Mak is op het eerste zicht alles wat ik ervan verwachtte. Hier een paar dagen ontspannen zou geen probleem mogen zijn. Eens gesetteld in Baan Koh Mak, een brommer onder mijn gat en het eiland verkend. Gezellige bar gevonden, maar ’s anderendaags ontdekt dat ik het slachtoffer was geworden van minder gezellige zandvlooien. Mijn benen helemaal vol jeukende bulten en hier en daar op mijn lichaam hadden ze me ook te pakken. Even stoppen met nagelbijten en krabben maar. Eén manier om de vlooien te ontvluchten was in een kayak, en al lijkt zo’n eiland aan de horizon soms vlakbij, ik kan u verzekeren dat het verder is dan je denkt  🙂 Uiteindelijk een strand gevonden met geen (of toch minder) vervelende beestjes in het zand, bleken bij thuiskomst mijn voeten vol met olie te hangen! Inderdaad zwarte dikke vette olie. Het heeft me die avond heel wat tijd en nagellak-remover gekost om alles terug proper te krijgen. Op zich geen erg, want het is er toch doodstil na 21 uur.

Life's a beach

Songkran

Na vier dagen (één dag vroeger dan gepland) heb ik echter genoeg gekrabd en gepoetst en besluit terug te gaan naar Koh Chang, want Songkran (Thaise nieuwjaar) zit eraan te komen. Zoals altijd een paar zeer leuke dagen die traditiegetrouw al een hoogtepunt bereiken nog voor de festiviteiten officieel beginnen. Elke dag wel ergens een foam-party, free buckets, enz… in het gezelschap van mijn Russische comazuipers. Het worden een paar zware, koude dagen, want al is het best warm, de zon laat zich maar weinig zien en emmers met ijswater zijn dit jaar erg populair. Resultaat na 4 dagen 24/24 nat rond te lopen = een valling bij 40°C.

Himmel foamparty

Chiang Mai & Chiang Mai Ram

Om nog maar eens af te wijken van mijn gewoontes deze keer het vliegtuig genomen ipv de bus en de nachttrein en zo twee dagen gewonnen. Chiang Mai is en blijft één van (misschien wel dé) lievelingsstad voor mij in Thailand, al zou mijn bezoek deze keer iets anders uitdraaien dan gepland. Na een nachtje stevig stappen ’s morgens nog slechter dan anders wakker geworden. Al snel bleek het niet om een gewone kater te gaan, maar om iets anders. Wat exact zou ik echter pas een over een paar dagen te weten komen. Die eerste dag was onaangenaam, maar viel al bij al nog mee. De nacht die erop volgde niet. Met toppers tot 40° zwetende en rillende koorts, waardoor ik besloot ’s ochtends toch eens langs te gaan bij de dokter in het Chiang Mai Ram ziekenhuis. Diagnose: koorts en een keelontsteking.

Ze sturen me wandelen met -wat lijkt- een overdosis geneesmiddelen en de opdracht over 3 dagen nog eens in te checken. Echter elke ochtend hierna verslechterde mijn situatie, ook al helpt de medicatie telkens tijdelijk wel een beetje. Op een goei moment sleur ik me nog op een brommerke richting Pai, een poging toch nog iets van de laatste weken van de vakantie te redden. Tevergeefs. Noodgedwongen moet ik terugkeren naar Chiang Mai en ga opnieuw langs bij het ziekenhuis. Deze keer wil de dokter wel een bloedtest doen en na een uurtje wachten komt de verpleegster met de uitslag waarvoor ik al vreesde. Hiervoor had ik geen dokter nodig. DENGUE DENGUE DENGUE stond in dikke letters bovenaan op haar papier. Plotseling veranderde mijn status van zieke toerist naar buitenlandse ziekenhuispatiënt en sta ik in het middelpunt van de belangstelling. Ik moet stil blijven zitten met mijn mondmasker op terwijl ze de papieren voor mijn verblijf van onbepaalde duur in orde maken. Als ik zeg tegen de dokter dat mijn vlucht over twee dagen is moet hij eens lachen, kninkt nee en zwijgt. Ik moest ook nog mijn rugzak gaan halen in een guesthouse en het brommerke terug binnen doen. Oei, dat mocht niet, tenzij met de ambulance. Na veel ha’s en hok’s (vijven en zessen) lieten ze me dan toch even gaan, maar ik moest extreem voorzichtig zijn. Ik had namelijk erg weinig witte bloedcellen, maar wat nog gevaarlijker was, zo goed als geen bloedplaatjes meer. Als ik iets ernstig zou meemaken zou ik volgens de dokter gegarandeerd leegbloeden.

Sick Nick

Ik kom in één stuk terug en kan na een paar krabbels en een ritje in de rolstoel inchecken in mijn VIP-room. Daar zal ik uiteindelijk 5 dagen aan het bed en baxter gekluisterd zijn en er niet uitkomen voor mijn bloedwaarden verbeterd zijn. Gelukkig een zeer comfortabele kamer, grote tv (met voetbal), heel goed personeel (behalve die psychopate die elke dag bloed kwam trekken) en zelfs nog een leuk onaangekondigd bezoek (incl. snoep) van de Kris. Een Belg die al een paar jaar in Chiang Mai woont, waar ik al een paar keer op heb kunnen rekenen én die me in eerste instantie naar dit goeie ziekenhuis verwezen heeft. Nog eens bedankt Kris! Wat ik ook niet mag vergeten zijn de goeie zorgen die ik gekregen heb van Yulia, één van de Russische meisjes die zich over mij ontfermd had. En als laatste nog een pluim voor onze Mario en de mensen van de verzekering die ervoor gezorgd hebben dat ik me nergens druk in moest maken. Van betalen, tot overnachtingen in Bangkok, tot repatriëring naar België enz…

Mag ik al naar huis?

Ik spendeer mijn laatste dag in Bangkok, ga een laatste keer op stap in de Khao San, slaap in stijl in een luxueus resort en sta de volgende dag pinten te tappen (drinken) op het P-team volleybal toernooi.

What doesn’t kill you…  😉

Hotels, resorts, hostels en bungalows op Koh Chang, Thailand


Ang Tong National - Koh Samui

Van Chiang Mai naar Koh Samui

Chiang Mai

Chiang Mai, stilaan onze tweede thuis in Thailand was ook nog niet de plek om ’s avonds buiten te komen zonder vestje, al was het al veel beter. Desondanks was de drukke weekendmarkt weer erg euh… druk. Té druk zelfs voor mij. Ik zoek samen met mijn goede vriend Leo rust in de Saloon bij een matchke voetbal. Afterparty bij de Zoo in Yellow en blijven plakken aan tafel in de reggae bar, letterlijk (een schotelvod kennen ze daar niet). We zijn hier eigenlijk alleen om een vlucht naar Samui te nemen en dat doen we dan ook.

Koh Samui
Happy hour = Happy Trax

Chaweng Beach

Drie uur later liggen we al in een zitzak op het strand, Leo in de hand. Lekker warm dat het hier is. Warm en duur. En druk. Weeral. En er was niet eens een nachtmarkt. Maar we zijn in de war. Is dit Thailand? Het leek wel Tennerif. Bah bah. Ik word aangekeken alsof ik een zwerver ben, mensen geven me nog net geen kleingeld. Spijtig dat ik mijn roze trui en mijn witte broek vergeten was. Het niveau van de mensen spreekt ook voor zich. Zo konden twee Belgen zich niet situeren op een kaart waar in drukletters op stond “YOU ARE HERE”. Ok, waar hangt de camera Frans? Low-end lekker Thai food is niet te vinden dus wagen we ons aan de curryhut, een Indische keet.

Ang Tong National

Het Ang Tong National Park zou een bezoekje waard zijn en na de gewoonlijke Thaise vertragingen zitten we de volgende morgen in de speedboot naar… Koh Phangan. Had niemand dat gezegd dat we daar eerst nog wat tijd moesten gaan verspillen? Ik bedoel vier mensen oppikken. Gelukkig was één van hen een Italiaanse furie die later op de dag nog zal flippen en hardop beginnen schelden op haar man en zoontje. Om het met de woorden van de man te zeggen: “She is crazy” De zee is wild, een paar mensen zien hun ontbijt terug, maar we geraken er. Snorkelen, viewpoints, enz… velly nice. Minder nice waren de mensen waar we mee op stap waren. Wat een achterlijke toeristen toch. Belachelijk veel eten opscheppen om daarna ¾ te laten staan terwijl de laatste mensen daardoor alleen maar droge rijst kunnen eten. Denken dat je een hele tafel kan claimen door er van ver naar te kijken, Harri-Krishna Russen die zo achterlijk waren dat ik er nu al teveel letters aan verspild heb, enz…

Ang Tong National - Koh Samui
Ang Tong National

Gelukkig was de plek waar wij eigenlijk verbleven wel super. Geen resort waar elke avond wel iemand trouwt op het strand, maar lekker chill bij de vriendelijke Thaikes en waar de hondjes een kerstpakje dragen. We ontvluchten van het massatoerisme met ons brommerke en vinden een paar leuke plekken op het eiland. De Legends bar is cool en The Islander is ook wel ok. Afsluiten doen we met een beetje kerstshopping en de onterechte nederlaag van Liverpool tegen Man City.

Koh Samui
Kersthond

Hotels, resorts, hostels en guesthouses op Koh Samui, Thailand


Koh Phangan

Koh Party!

Ik heb heel wat in te halen en de helft ben ik alweer vergeten, maar ik ga toch een poging doen er nog iets zinnig over te vertellen.  Al is het maar zodat de Mach zijn dagen vol krijgt.

Full Moon party crew

Koh Phangan, dé party place bij uitstek in Thailand, misschien wel in heel de wereld. Persoonlijk vind ik het voortaan maar een drukke bedoening en de Full Moon party een beetje overroepen, maar als regelmatige Thailand reiziger kon het toch niet dat ik nog nooit een echte Full Moon party had meegemaakt. Die full mag je letterlijk nemen. Ik heb ze niet geteld, maar er waren veel mensen op het strand die avond. Mooie, lelijke, dunne, dikke die in de zee pissen, vieze die in de zee … en wij. Allemaal heel plezant maar alcohol drinken in emmerformaat blijft gevaarlijk.

Ines en ik verbleven in het stadje waar tegen alle verwachtingen in toch nog wel wat te beleven viel. De rest had al lang op voorhand iets kunnen boeken aan het strand, maar dat was nu volzet. Geen nood, wij waren daar overdag en ’s avonds ook welkom. Veel meer dan brommeren, beachen, boeffen en boozen hebben we daar (weer) niet gedaan, maar voor een vakantie moet dat niet meer zijn. Als we dan al eens een poging tot activiteit ondernamen werd die abrupt afgebroken door de moesson die ons gevolgd was van Koh Lanta. Gelukkig konden we nog wel voetbal kijken, al durfde de elektriciteit op het eiland ons ook wel eens in de steek laten. Heel Phangan zonder “ellentrik”, het heeft wel iets, maar uw bier wordt warm.

Om af te sluiten nog even over de kakkerlak die mij en Ines heeft aangerand. Wel, hij heeft het moeten bekopen met zijn leven… Op den duur toch, waarvoor nogmaals dank Ines.


Pitstop Phuket & Koh Lanta

Zon en zee

Na de koude in het hooggebergte van Noord-Thailand was het tijd om ons reeds diep ingebrandde marcelleke weg te werken op de stranden van Koh Lanta. Eén probleem: het regende. Dat kon echter de pret niet bederven, want voor het eerst deze trip was team Arendonk (ook al woont de helft in Retie) compleet. Michelle pikten we onderweg op in Phuket, de Lou zat ons aan den toog op te wachten en na regen komt… de Raas. Veel meer dan pintjes drinken, shithead spelen en tammen zat er de eerste dagen dan ook niet in. Sorry, pintjes én cocktails zoals op de mega birthday party van Bo. Inclusief vuurwerk, wensballon en party dj B-ritt.

Cocktail party all the time

Vier en bissen

Bij een paar echte mannen begon het oerinstinct om vis te vangen echter de bovenhand te krijgen waardoor we na even zoeken een boot hadden geregeld om zeemonsters te gaan vangen. De vangst was groot, de lengte klein. Gelukkig hadden we een B-plan, waar de B staat voor bier. Veel plezier op ons bootje (ook al zaten we even in het oog van de storm), lekker eten (de sardines die we voor de middag gevangen hadden) en de Witte uiteindelijk toch nog een monster aan de haak geslagen in de vorm van een murene.

Bezinnen na het vissen

Met de brommer wat rondrijden, hier en daar iets gaan eten en gaan drinken en nog een boottripke met iedereen naar o.a. ‘The Emerald Cave’ en een paar mooie eilandjes rond Lanta gedaan. Onze tijd hier afgesloten op een feestje dat hoe langer hoe meer een gay-feest aan het worden was. Ik had nog nooit zoveel venten elkaar zien binnendoen en toen we allemaal aan de Lou zijn rietje moesten zuigen was de maat vol en het emmertje leeg.

Ingang van de Emerald Cave

Bek to Bengkok en Koh Samet

Bangkok is burning

Na de koffiepauze op het Bolaven plateau zouden we eerst nog richting zuiden gaan, naar de zogeheten ‘4000 islands’, maar blijkbaar is dat daar een beetje een tweede Vang Vieng aan’t worden en aangezien we daar net vandaan kwamen, hebben we ervoor gepast en zijn we terug richting Thailand gegaan. Via Ubon Rachatani, daar de 3de klas trein gepakt naar Buri Ram, waar de Charel (ooit een naitive Arendonkenaar) ons al stond op te wachten. Voor wie de Charel niet kent: hij woonde dus ooit ook in Arendonk, maar nu al meer dan 10 jaar in Thailand, samen met zijn Thaise vrouw Moon en haar twee kinderen. Ik had hem drie jaar geleden al eens bezocht en Ines keek er heel erg naar uit om te zien hoe ze daar leven. Geen grote stad, geen stranden, geen touristen, maar wel veel regelmaat en toch is daar elke dag wel wat te beleven. Burten met de andere fallangs die er wonen, lekker gegeten en vooral veel bier gedronken  🙂 Maar dat moest, want anders krijg je nierstenen. Daarbij had ik ook nog eens een kapot glas… Na twee dagen countryside, terug de bus gepakt naar Bangkok waar we ’s avonds eerst het grootste onweer ooit over ons kregen (de straten stonden allemaal blank) en daarna stond een gebouw in brand in de Khao San, vlakbij waar wij zaten. (Waarschijnlijk door één van de honderd miljoen miljard blikseminslagen) Bij de brand is zelfs één Fransman omgekomen. Tot zover de sensatie.

Brandje blussen

Koh Samet

Omdat we stilaan uitgereisd waren en geen zin meer hadden om nog maar eens het vliegtuig te pakken of extreme busreizen te maken hebben we de bus gepakt naar Koh Chang, ons (of toch zeker mijn) lievelingseiland om er Songkran (3 dagen Thaise nieuwjaar) te gaan vieren en de laatste dagen nog lekker te relaxen. We beseften dat het ook al lang geleden was dat we nog eens gezwommen hadden. Songkran was de dag voor het eigenlijk begon al mega crazy en de dagen die erop volgden waren er niet minder om. Kortom drie dagen zeiknat geweest en zwaar gefeest. De rest van de dagen gevuld met niks doen en een visa run. There’s no better life than beach life, dus na Koh Chang onderweg naar Bangkok toch nog even ingechecked op Koh Samet, een ander tropisch bounty eiland waar we nog nooit geweest waren. ’t Is hier zeer mooi en met het fijne witte zand kan je brood bakken, maar moet wel gezegd worden dat het hier ook opvallend duurder is dan de rest van Thailand. Maar daar trekken we ons de laatste week niks meer van aan en ontbijten dagelijks op het strand van ons resort  🙂

Ontbijt op Koh Samet

En morgen dan toch terug naar Bangkok waar we nog een paar leuke uitstapjes gepland hebben…


Cairns, Port Douglas, Mareeba, Millaa Millaa, Innisfail, Mission Beach, Townsville, Airlie Beach, Agnes Water, Hervey Bay

Cairns

Na een korte vlucht vanuit Bali en een tussenstop in Darwin komen we ’s morgens aan in Cairns. Het is er broeiheet. Onderweg een aantal keer mijn klok moeten verzetten, dus een beetje verward op zoek naar de bus die ons naar het centrum kan brengen. We besluiten om naar een hostel te gaan, aangezien er in Australië (bijna) geen guesthouses zijn, alleen maar hostels. Een soort van jeugdherberg waar je met 4 tot 8 en soms ook meer personen op één kamer ligt. Bijna had ik op het nippertje nog een couchsurf-gelegenheid gevonden, maar net toen alles in orde was, bleek die kerel een nudist te zijn die er toch wel op aandrong om daar in uw geboortekleed rond te lopen. Hostel it is. Mooi plekje, aan de waterfront, vlakbij de zee. Het valt ook direct op hoe proper Australië is in vergelijking met Azië en de mensen zijn ook heel erg vriendelijk.

Na een dagje acclimatiseren is het aan Ines om haar cadeau van de collega’s te verzilveren. Een benji sprong vanop 50 meter en een jungle swing van 45 meter. Ines is kalm alsof ze een ei gaat bakken en springt als ervaren rekhanger richting vijver. Er komt zelfs maar een kleine kreet uit. De jungle swing takelt haar en iemand van het park (om meer gewicht en snelheid te hebben) naar boven en een paar seconden later vliegt super-Ines een paar keer door de lucht en over alle mensen heen. De benji was al leuk, maar de swing is zo leuk dat ze nog eens gaat. Nu breekt echter de kabel en valt de kerel die mee slingerde 40 meter lager te pletter op de rotsen. Bloed en hersenen overal, mensen slagen in paniek en er komen heel wat hulpdiensten aan te pas om alles op te kuisen… nee, dat is niet waar. Iedereen veilig terug op de grond en ’s avonds gaan we (omdat we het niet kunnen laten) Thai’s eten* en iets drinken op de esplanade (den dijk zeg maar). Toch even wennen aan die prijzen hier, dus houden we het bij een paar biertjes voor we terug naar onzekamer gaan.

De volgende dag is het eindelijk zover. We kunnen onze hippiecamper gaan oppikken. Een Mitsubishi buske in ware hippie stijl, inclusief bloemen en vlinders. Het stuur rechts, de vitessenbak links en de pinkers ook averechts. Zoals je al kan voorstellen, het eerste half uur was puur entertainment. Voor de anderen op de weg misschien iets minder. Start! Port Douglas here we come.

Ons eerste zicht op Australië

Port Douglas

Onderweg genoten van de eerste mooie vergezichten, al direct even boodschappen gaan doen en na een kort bezoek aan het haventje ons plekje voor de nacht gevonden op een backpackers hostel/camping iets buiten de stad. Op zo’n campings is alles. Wasmachines, droogkasten, propere douches en wc’s, zwembad,… Toch verliep onze eerste nacht in de camper niet zo vlot. Zo heet als een festival wc. Ik lag precies in een lekgeslagen waterbed. Daarbij ben je in het begin nog een beetje wantrouwig over wat er in de bushes allemaal rondvliegt –en kruipt, maar na een tijdje laat je ramen en deuren gewoon open. De volgende dag direct een ventilatorke gekocht en nu slapen we als baby’s. En wat ongediertje betreft… daar wen je aan en anders eten de gigantische vleermuizen het wel op. ’s Morgens nog een strand bezocht en terug vertrokken.

:-/

Innisfail

Innisfail was slechts een tussenstop op weg naar het zuiden. Eén nacht gespendeerd op weer een mooie camping en ’s avonds (terwijl Ines in de douche zat) het strand gaan bezoeken. Daar ontmoette ik Eddy. Topkerel, maar zonder twijfel ook één van de marginaalste van het dorp. Met meer kinderen dan tanden en altijd een pilske in de hand. Soms slapen ze op het strand en houd de hond de saltwater crocodiles weg. En ook de slangen. Gezellig, echt waar.

Mission Beach

Het begon bij mij stilleks te kriebelen om eens gaan te vissen dus huurden we een boot. Hiermee mochten we op de zee varen en in de creek. Vislijn meegepakt en op goed geluk wat gevist. Zonder resultaat, want de zee is veel te groot. Dus zette kapitein Blockx koers naar het strand om onze tinny (ijzeren bootje) op de remork te takelen en te transporteren naar de creek. Een soort van moeras met smalle loopjes waar het krioelt van de krokodillen. Het was laag tij waardoor de crocs (niet de schoenen) zich allemaal op de oevertjes verstopt hadden. Je zag ze niet, maar ze waren er wel en dat zorgde voor een mysterieuze spanning. Nu en dan een grote plons en krak in de bosjes om ons eraan te herinneren dat we niet alleen waren, maar daar bleef het bij. Die beesten spelen al 10.000 jaar verstopperke en zijn daar ondertussen vrij goed in. Achteraf toch een heel leuke en ge(zonne)slaagde dag.

Croc creek

Townsville

Weer zo’n stopover plekje. Industrie stad met in het midden een grote berg met een kasteel. Aangezien het bijna 40 graden was en je alleen te voet naar boven kon hebben we onze foto’s van beneden getrokken. ’s Avonds zochten we afkoeling in het zwembad van onze camping, maar dat water was opvallend heet. Geweldig gespreksonderwerp om het ijs 😉 te breken bij de andere zwemmers. Zo ontmoetten we de Steve. Tegen dat we uitverteld waren was het al lang donker en het water precies nog warmer. We drinken nog een paar biertjes en spreken af om over een paar dagen bij de Steve en zijn (volgens hem super lekkere) vrouw Vicki langs te gaan. Had leuk geweest, maar is er uiteindelijk niet van gekomen. Onderweg nog gestopt bij het Billabong Sanctuary. Nee, dit is geen zwembroekenmuseum, maar een kleine gezellige dierentuin waar je heel close kan komen met de dieren. Kangoeroes komen uit je hand eten, koala’s mag je knuffelen, krokodillen mag je bekijken. Plezant bezoek en eindelijk eens wat wildlife gezien dat niet dood langst de weg lag.

Airlie beach & de Withsunday Islands

Het moet gezegd worden, deze camping had ook een cool zwembad. Met glijbaan. Wiiiiiii. Soit. Ook cool zijn de Withsunday eilanden die hier voor de kust liggen. We boeken een catamaran en zeilen de ganse dag rond. Ines doet hier ook haar eerste duik, ik mijn… euh zoveelste. Heel mooie onderwaterwereld hier. Het feit dat de mensen zich hier wel aan het visverbod en de andere regels houden t.o.v. elders in Azië heeft daar waarschijnlijk wel iets mee te maken. De rest van de zeiltocht praten we met de grappige kapitein en de oudjes uit Engeland. The next day ga ik nog eens een halve dag vissen maar vang ik alleen maar visjes die als aas konden dienen. Als ik dan toch eindelijk een zeemonster aan de haak slaag, gaat die haak er zomaar af en kijk ik eens lelijk naar de “visser” die hem eraan heeft gehangen. Kon ik zelf beter, maar nu kan ik binnen een paar dagen tenminste nog eens gaan vissen 🙂 Ines las een boek, denk ik.

Zeilen voor het eerst

Agnes Water

Onze eerste lekker lange rit eindigde hier. Die dag zo’n 850km afgelegd, ongeveer twee centimeter op de kaart. Op de boscamping krijgen we het gezelschap van Bart de boomkangoeroe. (ik moet het nog altijd eens opzoeken, maar volgens Ines bestaat zoiets), een pad en ander wild, zoals Duitsers. Veel Duitsers in Australië, zelfs nog meer dan Hollanders.

Hervey bay & Fraser island

En dat is waar we nu zijn en morgenvroeg terug vertrekken richting Rainbow Beach. De voorbije dagen hebben we weer niet stilgezeten. Eerst was er Fraser Island, het grootste zandeiland ter wereld. Met fantastische stranden, glasheldere meren, koude beekjes, 4×4 racing in de jungle/op het strand en dingo’s… en nog veel meer. Onze gids was -verschiet niet- een oude Duitser die hier al 17 jaar woonde. Toch klonk het meer als Duits met een Engelse klank, dan andersom. De andere gids was een local wiens vader en moeder Aboriginals waren. Zijn naam ontgaat me, maar hij deed ook dienst als soort van druïde en knabbelde aan bijna alle bomen, blaadjes en bessen. Interessant! Hij verzorgde ook de openingsdans om ons te verwelkomen op het eiland. Gezien aan zijn moves en kreetjes denk ik dat hij een verkeerd blaadje had gegeten. Kort samengevat: ferry naar het eiland, 4×4 door de jungle, lake McKenzie, 4×4 strandracing, het wrak van de Maheno, Indian head, the champagne pools en Eli creek. Als je wil weten wat dit allemaal inhoud: http://www.fraserisland.net want het is echt teveel om uit te leggen.

lake McKen-zie-eens-hoe-helder-water

Toen deden we een dag niks.

Lady Elliot Island

Een eiland midden in de oceaan waar je alleen met een vliegtuigje kan geraken. De piloot was amper oud genoeg om een auto te mogen besturen en het waaide verschrikkelijk. De eerste minuten dansend op de wind waren dan ook een klein beetje spannend. Achteraf bleek deze knaap toch wel over vliegkunsten te beschikken want hij zette ons telkens netjes (ook met stevige tailwind) aan de grond. Over het eiland zelf kan ik kort zijn. Dat is een klein paradijs. Echt klein. Omgeven door koraal en heldere zee, ideaal om u eens goed te laten gaan om te snorkelen. En dat heb ik gedaan. Ook met de glass-bottom-boot geweest, fish feeding, buffet met zicht op zee,… alleen spijtig dat ik daar niet kon duiken (mag niet omdat ik daarna nog moest vliegen) Voila en daarna zijn we iets gaan eten en heb ik dit bericht getypt.

Lady Elliot Island vanuit de lucht

Baai baai en tot de volgende keer!

Voorlopige route: http://g.co/maps/hyqbu