Bek to Bengkok en Koh Samet

Bangkok is burning

Na de koffiepauze op het Bolaven plateau zouden we eerst nog richting zuiden gaan, naar de zogeheten ‘4000 islands’, maar blijkbaar is dat daar een beetje een tweede Vang Vieng aan’t worden en aangezien we daar net vandaan kwamen, hebben we ervoor gepast en zijn we terug richting Thailand gegaan. Via Ubon Rachatani, daar de 3de klas trein gepakt naar Buri Ram, waar de Charel (ooit een naitive Arendonkenaar) ons al stond op te wachten. Voor wie de Charel niet kent: hij woonde dus ooit ook in Arendonk, maar nu al meer dan 10 jaar in Thailand, samen met zijn Thaise vrouw Moon en haar twee kinderen. Ik had hem drie jaar geleden al eens bezocht en Ines keek er heel erg naar uit om te zien hoe ze daar leven. Geen grote stad, geen stranden, geen touristen, maar wel veel regelmaat en toch is daar elke dag wel wat te beleven. Burten met de andere fallangs die er wonen, lekker gegeten en vooral veel bier gedronken  🙂 Maar dat moest, want anders krijg je nierstenen. Daarbij had ik ook nog eens een kapot glas… Na twee dagen countryside, terug de bus gepakt naar Bangkok waar we ’s avonds eerst het grootste onweer ooit over ons kregen (de straten stonden allemaal blank) en daarna stond een gebouw in brand in de Khao San, vlakbij waar wij zaten. (Waarschijnlijk door één van de honderd miljoen miljard blikseminslagen) Bij de brand is zelfs één Fransman omgekomen. Tot zover de sensatie.

Brandje blussen

Koh Samet

Omdat we stilaan uitgereisd waren en geen zin meer hadden om nog maar eens het vliegtuig te pakken of extreme busreizen te maken hebben we de bus gepakt naar Koh Chang, ons (of toch zeker mijn) lievelingseiland om er Songkran (3 dagen Thaise nieuwjaar) te gaan vieren en de laatste dagen nog lekker te relaxen. We beseften dat het ook al lang geleden was dat we nog eens gezwommen hadden. Songkran was de dag voor het eigenlijk begon al mega crazy en de dagen die erop volgden waren er niet minder om. Kortom drie dagen zeiknat geweest en zwaar gefeest. De rest van de dagen gevuld met niks doen en een visa run. There’s no better life than beach life, dus na Koh Chang onderweg naar Bangkok toch nog even ingechecked op Koh Samet, een ander tropisch bounty eiland waar we nog nooit geweest waren. ’t Is hier zeer mooi en met het fijne witte zand kan je brood bakken, maar moet wel gezegd worden dat het hier ook opvallend duurder is dan de rest van Thailand. Maar daar trekken we ons de laatste week niks meer van aan en ontbijten dagelijks op het strand van ons resort  🙂

Ontbijt op Koh Samet

En morgen dan toch terug naar Bangkok waar we nog een paar leuke uitstapjes gepland hebben…


Pakse en het Bolaven Plateau

Pakse

We vertrokken op een onverwoestbare semi-automatische Honda om al na 20 km een platte band te rijden, zowat het enige onderdeel dat aan die brommerkes kapot kan gaan. Gelukkig is hier in de bewoonde gebieden om de 100m een plek waar je je motor kan laten repareren. Spijtig genoeg waren we al een tijdje buiten dat gebied en zo kwamen we terecht bij een Laotisaanse familie waarvan de opa naar het schijnt een band kon plakken. In ons beste Thai/Lao/Engels/Nederlands wat onverstaanbaar tegen elkaar gezeverd, gedaan of we elkaar verstonden en ondertussen de band laten maken. Geen plakkerkes of superglu, maar ne mop taar en een middeleeuwse smeltmachine om het gat te dichten. Met succes! We geven het mannetje zijn euro, bedanken hem en bollen verder richting Tat Lo, thuis van tientallen watervallen en tevens onze slaapplek voor die avond. We passeren een aantal van die watervallen, trekken de verplichtte foto’s en zoeken al voorzichtig een guesthouse want de lucht kleur stilaan grijs… Net op tijd vinden we ons toevlucht bij een familie en zien we tijdens ons eten andere toeristen doorweekt passeren. In Tat Lo is niet zoveel te beleven aangezien er alleen maar arme koffieboeren wonen dus we vullen de avond dan maar met series kijken op de laptop.

Pitstop

Bolaven Plateau

De volgende ochtend gaan we direct omhoog richting plateau en sleuren we elke ponykracht dat in ons brommerke zit eruit. Maximale hoogte: 1300m en een pak frisser. We besluiten niet de lange weg helemaal rond te nemen, maar de korte met de meeste bezienswaardigheden. Zo passeren we een net gebeurd accident van een busje en twee TANKWAGENS! Ja, van die grote, gevuld met naft! Heel de weg lag vol, er stond een berg volk rond en het zou me niet verbazen als daar een paar rokers bij waren. We boren ons door de massa en even later zijn we in Paksong waar je heerlijk vreemde dingen kan eten en bijna niemand je verstaat. Na de middag maken een tripje naar de Tat Yuang, de grootste en mooiste waterval in de buurt. (Er waren er nog hele mooie in de buurt, maar daarvoor moest je 45min door de jungle wandelen) We gaan ’s avonds nog iets eten en iets drinken, kijken onze dagelijkse tv-serie en gaan slapen.

’s Morgens bollen we de hele weg bergaf terug richting Pakse om in ons gewoonlijke koffiehuisje te gaan ontbijten. We rijden nog wat rond in de stad en keren net voor de moesson die heel Pakse onder water zet terug naar ons hotel. Morgen weer terug naar Thailand en onderweg nog eens binnenspringen bij de Charel en Moon. En nu moet ik van de bazin gaan douchen.


Thailand – Laos

De slowboat

Na nog maar eens een paar dagen in Chiang Mai (ondertussen onze lievelingsstad) werd het stilletjes tijd door te gaan naar Laos. We zouden namelijk maar één nacht blijven, maar bleven per ongeluk een hele week. Tijdens die week verkenden we tot voorheen onverkende plekjes, gingen we vissen, op stap met lokale vrouwen, naar de zoo,… gelukkig zijn we er uiteindelijk dan toch weggeraakt. Paar uur in’t busje met uiteenlopende mensen. Bijv. één vrouw van 58 die alleen door ZO-Azië op pad was en een paar zelfingenomen lawaaierige Amerikanen en Canadezen, wat op zich niet zo gek is. De grens overgestoken, kennis gemaakt met de Laotiaanse gastvrijheid en een paar serieurs gestoorde moemoekes en ’s anderendaags al de slowboat gepakt richting Luang Prabang.

SLOW-boat klinkt traag, maar is best een spannende bedoeling soms, op een Mekong vol stenen en rotsen die er overal uitsteken. Om nog maar te zwijgen over de zatte mensen die de boot van links naar rechts doen wiegelen. Of misschien kwam het omdat ze 200 mensen op een boot voor maar 70 mensen geladen hadden? Ik weet het niet, maar we zijn veilig tot in Pakbeng geraakt, de tussenstop voor de nacht. De volgende dag hadden we een groter vessel gekregen dat ons stabiel en nog best snel naar onze eindbestemming bracht.

Sleepy dropjes op de oever van de Mekong

Luang Prabang

Inchecken en nog eens lekker gaan eten bij het Belgische restaurant en de rest van de avond wat rondgeslenterd. De tweede dag leerden we een paar Belgische meisjes kennen tijdens het kajakken op de Mekong en daar zijn we ’s avonds nog mee naar de Belgische bar  geweest. Toen de uitbater er op den duur zelfs bij kwam zitten en ook de verloren zatte Amerikaanse tattoo-artist terecht was, was het feestje compleet. Nagerechtjes van het huis (profiterollekes met zelfgemaakt vanille roomijs, een mousse van cocos, ananas en mango, afgewerkt met slagroom en gesmolten Callebout chocolade), gemaakt door een Belgische sterrenschef… en dat in Laos. Opletten dat we hier ook geen week blijven plakken… Spijtig wel aan deze tijd van het jaar in het noorden van deze landen, is dat de locals hier alles in de fik steken waardoor er bijna constant een dikke smogwolk tussen de bergen hangt…

Kuang Si Falls in Luang Prabang

Vang Vieng

Het was voor Ines de eerste keer in Laos, en wat doen alle jonge mensen dan in Laos? Inderdaad, tuben. Het tube-gebeuren was nog maar eens gegroeid t.o.v. andere jaren, maar wel in positieve zin. We hebben nog mega geamuseerd o.a. met de extreem uitbundige stip-acts van de crew van de verschillende bars, maar spijtig genoeg bestaat hier geen enkele foto van omdat we onze kodak niet bijhadden. Misschien maar goed ook, want we hebben in totaal die dag 20m getubed en zijn daarna in het donker van de nacht onze banden kwijtgespeeld.

Nog een paar dagen recupereren en dan de nachtbus in naar Pakse. Een zeer aangename nachtbus die verdacht veel weghad van een omgebouwde boot, maar reed als een trein. Al bij al aangenaam transport (voor mensen kleiner dan 1,50m) Morgen nog eens voor een paar dagen de brommer op richting Bolaven Plateau, wat ongetwijfeld een geweldige trip gaat worden, want hier schijnt de zon en is de lucht weer blauw.