Koh Lanta
Same same… but different
We verblijven in het Pada Hotel, een door extreem vriendelijke moslims (ze bestaan) gerund hotel op een rustig stuk van Koh Lanta. Een nieuwe wereld gaat voor ons open als we tijdens een wandeling een weggetje inslaan dat we bij alle vorige bezoeken over het hoofd gezien hadden. Verlaten stranden en rustige barretjes. Tegen de avond echter genoeg door het zand geploegd en we huren een brommerke voor de rest van de dagen. We brengen nog een verrassingsbezoek aan Jeroen en Frans van Isara Lanta (incl. welcome-back-wodka-baileys-shotje) en houden het die avond voor bekeken.
Oudejaarsdag heb ik nooit echt speciaal gevonden en dat was nu niet anders. We gaan op ons gemak eten in Old Town, rijden door het national park en gaan al eens vissen op een lokale visput. Als opwarmerke 🙂 ’s Avonds vieren we naar goede gewoonte oudjaar op het strand met zoveel vuurwerk dat een inwoner van Enschede jaloers zou maken. Afsluiten doen we in de piraten bar waar nog een paar gewonden vallen na een knaller op de dansvloer. (Dat mag je letterlijk nemen.) De rest van de animo die avond werd verzorgd door: een dikke zatte oude vrouw, ne kleine met lampjes, heupwiegende hoelahoepsters, onze mislukte wensballon en een slang in de vrouwen wc die na een avond volk wegjagen gewoon een veloband bleek te zijn.
Nieuw jaar, nieuw avontuur!
1 januari geen kater, maar een lange warme dag rondrijden, P-Magazine en Dag Allemaal lezen, snoozen op het strand en plonsen in ons zwembad. 2014 is nu al een topjaar.
De grote dag is aangebroken. Ik had al een paar keer afgesproken met Don, een visser die hier al jaren woont en die ik ondertussen ook al een paar jaar ken. Naar goede gewoonte had ik een cadeau bij en deze keer waren het foto’s van onze vorige vistrip die ik had laten afdrukken in den Hema. Dat vonden ze geweldig natuurlijk. Zijn broer werkt daarbij ook nog eens in het hotel waar we verblijven en we zijn in het restaurant van zijn vrouw al eens gaan eten dus hier konden we niet veel verkeerd meer doen. Gert in ik gaan vandaag mee vissen. Al is het niet de ideale tijd van het jaar, we wagen het er toch op. Hmm, het sleepvissen van overdag brengt niks op. Na de lunch op een piepklein eilandje en een beetje snorkelen (dat we toch vis gezien hebben) werpen we het tegen de avond -komt ie- over een andere boeg.
Terwijl wij dachten dat we nu onderhand naar huis zouden varen begint Don handlijnen klaar te maken. Direct beet. Ik vang een mooie white snapper en de Gert ook euh… iets. Het word stilaan donker en de barracuda’s hebben honger. Don vangt er een paar en plots hangt er bij mij ook een monster aan. Ik begin hem met veel moeite binnen te halen, zie na een tijdje mijn lood al boven komen, de vis bijna… en dan schiet hij los. Vis weg. Balen! Don vangt er nog één… en nog één. En op den duur is het plotseling al wel heel laat en beseffen we dat we eigenlijk mega ver op zee zitten in de pikkedonker en dat er precies best veel wind is ineens. Daar zitten we dan in een longtail bootje, met een nakende storm in de verte, Don en zijn helper die volgens Don “only 50% but good guy” is en wij. “Hold on” was het magere advies dat we kregen voor we aan de terugtocht begonnen. Kleine golven worden grote golven, grote golven worden nog groter en op den duur vliegen we meer door de lucht dan door het water. Ongerust? Bwa, dat viel nog wel mee, de vrouwen waren het anders wel. Na een dikke twee uur Deadliest Catch spelen en net niet geramd geworden door een mega schip spoelen we terug aan op Koh Lanta. Magere vangst, maar wat een leuk avontuur en een goeie reden om nog eens terug te komen.
De laatste dag gebruiken we om vanaf Trang terug naar Bangkok te vliegen. Ook al waren we veel te vroeg in de luchthaven, tijdens een paar potjes shithead enz… -komt ie weer- vloog de tijd voorbij. Twee dagen shopping in Bangkok voor Gert en Sophie en voor hen zat het erop, voor ons wachtte de kou van Nepal.
Hotels, resorts, hostels en bungalows op Koh Lanta, Thailand
Pitstop Phuket & Koh Lanta
Zon en zee
Na de koude in het hooggebergte van Noord-Thailand was het tijd om ons reeds diep ingebrandde marcelleke weg te werken op de stranden van Koh Lanta. Eén probleem: het regende. Dat kon echter de pret niet bederven, want voor het eerst deze trip was team Arendonk (ook al woont de helft in Retie) compleet. Michelle pikten we onderweg op in Phuket, de Lou zat ons aan den toog op te wachten en na regen komt… de Raas. Veel meer dan pintjes drinken, shithead spelen en tammen zat er de eerste dagen dan ook niet in. Sorry, pintjes én cocktails zoals op de mega birthday party van Bo. Inclusief vuurwerk, wensballon en party dj B-ritt.
Vier en bissen
Bij een paar echte mannen begon het oerinstinct om vis te vangen echter de bovenhand te krijgen waardoor we na even zoeken een boot hadden geregeld om zeemonsters te gaan vangen. De vangst was groot, de lengte klein. Gelukkig hadden we een B-plan, waar de B staat voor bier. Veel plezier op ons bootje (ook al zaten we even in het oog van de storm), lekker eten (de sardines die we voor de middag gevangen hadden) en de Witte uiteindelijk toch nog een monster aan de haak geslagen in de vorm van een murene.
Met de brommer wat rondrijden, hier en daar iets gaan eten en gaan drinken en nog een boottripke met iedereen naar o.a. ‘The Emerald Cave’ en een paar mooie eilandjes rond Lanta gedaan. Onze tijd hier afgesloten op een feestje dat hoe langer hoe meer een gay-feest aan het worden was. Ik had nog nooit zoveel venten elkaar zien binnendoen en toen we allemaal aan de Lou zijn rietje moesten zuigen was de maat vol en het emmertje leeg.
Cairns, Port Douglas, Mareeba, Millaa Millaa, Innisfail, Mission Beach, Townsville, Airlie Beach, Agnes Water, Hervey Bay
Cairns
Na een korte vlucht vanuit Bali en een tussenstop in Darwin komen we ’s morgens aan in Cairns. Het is er broeiheet. Onderweg een aantal keer mijn klok moeten verzetten, dus een beetje verward op zoek naar de bus die ons naar het centrum kan brengen. We besluiten om naar een hostel te gaan, aangezien er in Australië (bijna) geen guesthouses zijn, alleen maar hostels. Een soort van jeugdherberg waar je met 4 tot 8 en soms ook meer personen op één kamer ligt. Bijna had ik op het nippertje nog een couchsurf-gelegenheid gevonden, maar net toen alles in orde was, bleek die kerel een nudist te zijn die er toch wel op aandrong om daar in uw geboortekleed rond te lopen. Hostel it is. Mooi plekje, aan de waterfront, vlakbij de zee. Het valt ook direct op hoe proper Australië is in vergelijking met Azië en de mensen zijn ook heel erg vriendelijk.
Na een dagje acclimatiseren is het aan Ines om haar cadeau van de collega’s te verzilveren. Een benji sprong vanop 50 meter en een jungle swing van 45 meter. Ines is kalm alsof ze een ei gaat bakken en springt als ervaren rekhanger richting vijver. Er komt zelfs maar een kleine kreet uit. De jungle swing takelt haar en iemand van het park (om meer gewicht en snelheid te hebben) naar boven en een paar seconden later vliegt super-Ines een paar keer door de lucht en over alle mensen heen. De benji was al leuk, maar de swing is zo leuk dat ze nog eens gaat. Nu breekt echter de kabel en valt de kerel die mee slingerde 40 meter lager te pletter op de rotsen. Bloed en hersenen overal, mensen slagen in paniek en er komen heel wat hulpdiensten aan te pas om alles op te kuisen… nee, dat is niet waar. Iedereen veilig terug op de grond en ’s avonds gaan we (omdat we het niet kunnen laten) Thai’s eten* en iets drinken op de esplanade (den dijk zeg maar). Toch even wennen aan die prijzen hier, dus houden we het bij een paar biertjes voor we terug naar onzekamer gaan.
De volgende dag is het eindelijk zover. We kunnen onze hippiecamper gaan oppikken. Een Mitsubishi buske in ware hippie stijl, inclusief bloemen en vlinders. Het stuur rechts, de vitessenbak links en de pinkers ook averechts. Zoals je al kan voorstellen, het eerste half uur was puur entertainment. Voor de anderen op de weg misschien iets minder. Start! Port Douglas here we come.
Port Douglas
Onderweg genoten van de eerste mooie vergezichten, al direct even boodschappen gaan doen en na een kort bezoek aan het haventje ons plekje voor de nacht gevonden op een backpackers hostel/camping iets buiten de stad. Op zo’n campings is alles. Wasmachines, droogkasten, propere douches en wc’s, zwembad,… Toch verliep onze eerste nacht in de camper niet zo vlot. Zo heet als een festival wc. Ik lag precies in een lekgeslagen waterbed. Daarbij ben je in het begin nog een beetje wantrouwig over wat er in de bushes allemaal rondvliegt –en kruipt, maar na een tijdje laat je ramen en deuren gewoon open. De volgende dag direct een ventilatorke gekocht en nu slapen we als baby’s. En wat ongediertje betreft… daar wen je aan en anders eten de gigantische vleermuizen het wel op. ’s Morgens nog een strand bezocht en terug vertrokken.
Innisfail
Innisfail was slechts een tussenstop op weg naar het zuiden. Eén nacht gespendeerd op weer een mooie camping en ’s avonds (terwijl Ines in de douche zat) het strand gaan bezoeken. Daar ontmoette ik Eddy. Topkerel, maar zonder twijfel ook één van de marginaalste van het dorp. Met meer kinderen dan tanden en altijd een pilske in de hand. Soms slapen ze op het strand en houd de hond de saltwater crocodiles weg. En ook de slangen. Gezellig, echt waar.
Mission Beach
Het begon bij mij stilleks te kriebelen om eens gaan te vissen dus huurden we een boot. Hiermee mochten we op de zee varen en in de creek. Vislijn meegepakt en op goed geluk wat gevist. Zonder resultaat, want de zee is veel te groot. Dus zette kapitein Blockx koers naar het strand om onze tinny (ijzeren bootje) op de remork te takelen en te transporteren naar de creek. Een soort van moeras met smalle loopjes waar het krioelt van de krokodillen. Het was laag tij waardoor de crocs (niet de schoenen) zich allemaal op de oevertjes verstopt hadden. Je zag ze niet, maar ze waren er wel en dat zorgde voor een mysterieuze spanning. Nu en dan een grote plons en krak in de bosjes om ons eraan te herinneren dat we niet alleen waren, maar daar bleef het bij. Die beesten spelen al 10.000 jaar verstopperke en zijn daar ondertussen vrij goed in. Achteraf toch een heel leuke en ge(zonne)slaagde dag.
Townsville
Weer zo’n stopover plekje. Industrie stad met in het midden een grote berg met een kasteel. Aangezien het bijna 40 graden was en je alleen te voet naar boven kon hebben we onze foto’s van beneden getrokken. ’s Avonds zochten we afkoeling in het zwembad van onze camping, maar dat water was opvallend heet. Geweldig gespreksonderwerp om het ijs 😉 te breken bij de andere zwemmers. Zo ontmoetten we de Steve. Tegen dat we uitverteld waren was het al lang donker en het water precies nog warmer. We drinken nog een paar biertjes en spreken af om over een paar dagen bij de Steve en zijn (volgens hem super lekkere) vrouw Vicki langs te gaan. Had leuk geweest, maar is er uiteindelijk niet van gekomen. Onderweg nog gestopt bij het Billabong Sanctuary. Nee, dit is geen zwembroekenmuseum, maar een kleine gezellige dierentuin waar je heel close kan komen met de dieren. Kangoeroes komen uit je hand eten, koala’s mag je knuffelen, krokodillen mag je bekijken. Plezant bezoek en eindelijk eens wat wildlife gezien dat niet dood langst de weg lag.
Airlie beach & de Withsunday Islands
Het moet gezegd worden, deze camping had ook een cool zwembad. Met glijbaan. Wiiiiiii. Soit. Ook cool zijn de Withsunday eilanden die hier voor de kust liggen. We boeken een catamaran en zeilen de ganse dag rond. Ines doet hier ook haar eerste duik, ik mijn… euh zoveelste. Heel mooie onderwaterwereld hier. Het feit dat de mensen zich hier wel aan het visverbod en de andere regels houden t.o.v. elders in Azië heeft daar waarschijnlijk wel iets mee te maken. De rest van de zeiltocht praten we met de grappige kapitein en de oudjes uit Engeland. The next day ga ik nog eens een halve dag vissen maar vang ik alleen maar visjes die als aas konden dienen. Als ik dan toch eindelijk een zeemonster aan de haak slaag, gaat die haak er zomaar af en kijk ik eens lelijk naar de “visser” die hem eraan heeft gehangen. Kon ik zelf beter, maar nu kan ik binnen een paar dagen tenminste nog eens gaan vissen 🙂 Ines las een boek, denk ik.
Agnes Water
Onze eerste lekker lange rit eindigde hier. Die dag zo’n 850km afgelegd, ongeveer twee centimeter op de kaart. Op de boscamping krijgen we het gezelschap van Bart de boomkangoeroe. (ik moet het nog altijd eens opzoeken, maar volgens Ines bestaat zoiets), een pad en ander wild, zoals Duitsers. Veel Duitsers in Australië, zelfs nog meer dan Hollanders.
Hervey bay & Fraser island
En dat is waar we nu zijn en morgenvroeg terug vertrekken richting Rainbow Beach. De voorbije dagen hebben we weer niet stilgezeten. Eerst was er Fraser Island, het grootste zandeiland ter wereld. Met fantastische stranden, glasheldere meren, koude beekjes, 4×4 racing in de jungle/op het strand en dingo’s… en nog veel meer. Onze gids was -verschiet niet- een oude Duitser die hier al 17 jaar woonde. Toch klonk het meer als Duits met een Engelse klank, dan andersom. De andere gids was een local wiens vader en moeder Aboriginals waren. Zijn naam ontgaat me, maar hij deed ook dienst als soort van druïde en knabbelde aan bijna alle bomen, blaadjes en bessen. Interessant! Hij verzorgde ook de openingsdans om ons te verwelkomen op het eiland. Gezien aan zijn moves en kreetjes denk ik dat hij een verkeerd blaadje had gegeten. Kort samengevat: ferry naar het eiland, 4×4 door de jungle, lake McKenzie, 4×4 strandracing, het wrak van de Maheno, Indian head, the champagne pools en Eli creek. Als je wil weten wat dit allemaal inhoud: http://www.fraserisland.net want het is echt teveel om uit te leggen.
Toen deden we een dag niks.
Lady Elliot Island
Een eiland midden in de oceaan waar je alleen met een vliegtuigje kan geraken. De piloot was amper oud genoeg om een auto te mogen besturen en het waaide verschrikkelijk. De eerste minuten dansend op de wind waren dan ook een klein beetje spannend. Achteraf bleek deze knaap toch wel over vliegkunsten te beschikken want hij zette ons telkens netjes (ook met stevige tailwind) aan de grond. Over het eiland zelf kan ik kort zijn. Dat is een klein paradijs. Echt klein. Omgeven door koraal en heldere zee, ideaal om u eens goed te laten gaan om te snorkelen. En dat heb ik gedaan. Ook met de glass-bottom-boot geweest, fish feeding, buffet met zicht op zee,… alleen spijtig dat ik daar niet kon duiken (mag niet omdat ik daarna nog moest vliegen) Voila en daarna zijn we iets gaan eten en heb ik dit bericht getypt.
Baai baai en tot de volgende keer!
Voorlopige route: http://g.co/maps/hyqbu