Krabi

Krabi, een oude bekende

Al was niet veel hetzelfde gebleven. De echt mooie dingen die je in Krabi kan doen zijn o.a. de eilandjes die voor de kust liggen. Je kan trips boeken naar 3 islands, 4 islands, 5 islands en zelfs 7 islands. Al mag je die aantallen met de gebruikelijke Thaise korrel zout nemen. We kiezen voor de 7 islands sunset trip, een tocht langs een aantal eilandjes met als afsluiter een BBQ op een heel klein strandje midden in de zee. Leuke uitstap (alleen soms wat druk) en een zeer geslaagde zonsondergang – BBQ – fireshow. Sommigen vonden het zand onder hun voeten dan weer iets te warm, maar dat was omdat ze daar de kolen van de BBQ begraven hadden. Op de terugweg door de pikkedonker maken we nog 1 extra stop. Hier kan je blijkbaar zwemmen tussen lichtgevend plankton, iets wat ik ook altijd al eens had willen doen… Dat spul geeft echter alleen maar licht als je het aanraakt. Dus terwijl de rest van de boot argwanend afwacht lig ik al als een op hol geslagen epilepsiepatiënt mijn eigen fireshow te maken. Niet op foto of film vast te leggen, maar spectaculair mooi.

Krabi
Poging tot fotograferen glowing plankton

The Emerald Pool

Gisteren genoeg gezwommen en aangezien het strand in Krabi (Ao Nang) toch niet zo proper is huren we een brommerke. Ik heb mijn zinnen gezet op een bezoekje aan ‘The Emerald Pool’. Een natuurlijke zwemput in het midden van een moeras. Klinkt op het eerste zicht niet zo aantrekkelijk, maar wel als je weet dat het water in die poel een geneeskrachtige werking zou hebben en daarnaast ook nog eens mooi appelblauwzeegroen / turkoois gekleurd is. Een lange rit op de moto brengt ons bij het bos waar je eerst een pad van 1,4km moet volgen langs allerlei vijvertjes en loopjes met extreem helder water om uiteindelijk bij het natuurlijke zwembad uit te komen. Het was weekend en dus waren er ook veel Thai die zichzelf kwamen genezen, maar dat maakte het alleen maar gezelliger.

Krabi
The Blue Pool

The Tiger Cave

Als laatste zijn we naar ‘The Tiger Cave’ geweest. Een grot waar vroeger –inderdaad- tijgers zaten én monniken, hoe ze dat juist onderling geregeld hadden heb ik niet kunnen achterhalen. Die grot is aan de voet van een grote rots, ik typ groot want de trap naar de top telt 1237 treden. Eens de apen die de onderste 250 treden van de trap bezttten uit de weg waren ging het redelijk vlot, alleen Ines had al snel last van hoogteziekte, of een slechte conditie – maar dit kwam doordat Nick als een op hol geslagen ‘tijger’ de trap op ging en Ines met haar korte benen probeerde te volgen….tevergeefs… (tot zover de bijdrage van Ines) Mooi uitzicht, veel hijgende mensen, grote buddha en natuurlijk 1237 trappen naar beneden. We hebben onszelf (en onzen Honda) ook nog vereeuwigd op een stuk bladgoud dat binnenkort op de buitenkant van de tempel in aanbouw zal worden bevestigd. Snel terug naar de stad, de overvolle boot op naar Koh Lanta en bye bye Krabi.

Krabi - Tiger Cave
1237 tredes tot de top
Krabi - Tiger Cave
Top van de Tiger Cave berg :-/

Hotels, resorts, hostels en guesthouses in Krabi, Thailand


Ang Tong National - Koh Samui

Van Chiang Mai naar Koh Samui

Chiang Mai

Chiang Mai, stilaan onze tweede thuis in Thailand was ook nog niet de plek om ’s avonds buiten te komen zonder vestje, al was het al veel beter. Desondanks was de drukke weekendmarkt weer erg euh… druk. Té druk zelfs voor mij. Ik zoek samen met mijn goede vriend Leo rust in de Saloon bij een matchke voetbal. Afterparty bij de Zoo in Yellow en blijven plakken aan tafel in de reggae bar, letterlijk (een schotelvod kennen ze daar niet). We zijn hier eigenlijk alleen om een vlucht naar Samui te nemen en dat doen we dan ook.

Koh Samui
Happy hour = Happy Trax

Chaweng Beach

Drie uur later liggen we al in een zitzak op het strand, Leo in de hand. Lekker warm dat het hier is. Warm en duur. En druk. Weeral. En er was niet eens een nachtmarkt. Maar we zijn in de war. Is dit Thailand? Het leek wel Tennerif. Bah bah. Ik word aangekeken alsof ik een zwerver ben, mensen geven me nog net geen kleingeld. Spijtig dat ik mijn roze trui en mijn witte broek vergeten was. Het niveau van de mensen spreekt ook voor zich. Zo konden twee Belgen zich niet situeren op een kaart waar in drukletters op stond “YOU ARE HERE”. Ok, waar hangt de camera Frans? Low-end lekker Thai food is niet te vinden dus wagen we ons aan de curryhut, een Indische keet.

Ang Tong National

Het Ang Tong National Park zou een bezoekje waard zijn en na de gewoonlijke Thaise vertragingen zitten we de volgende morgen in de speedboot naar… Koh Phangan. Had niemand dat gezegd dat we daar eerst nog wat tijd moesten gaan verspillen? Ik bedoel vier mensen oppikken. Gelukkig was één van hen een Italiaanse furie die later op de dag nog zal flippen en hardop beginnen schelden op haar man en zoontje. Om het met de woorden van de man te zeggen: “She is crazy” De zee is wild, een paar mensen zien hun ontbijt terug, maar we geraken er. Snorkelen, viewpoints, enz… velly nice. Minder nice waren de mensen waar we mee op stap waren. Wat een achterlijke toeristen toch. Belachelijk veel eten opscheppen om daarna ¾ te laten staan terwijl de laatste mensen daardoor alleen maar droge rijst kunnen eten. Denken dat je een hele tafel kan claimen door er van ver naar te kijken, Harri-Krishna Russen die zo achterlijk waren dat ik er nu al teveel letters aan verspild heb, enz…

Ang Tong National - Koh Samui
Ang Tong National

Gelukkig was de plek waar wij eigenlijk verbleven wel super. Geen resort waar elke avond wel iemand trouwt op het strand, maar lekker chill bij de vriendelijke Thaikes en waar de hondjes een kerstpakje dragen. We ontvluchten van het massatoerisme met ons brommerke en vinden een paar leuke plekken op het eiland. De Legends bar is cool en The Islander is ook wel ok. Afsluiten doen we met een beetje kerstshopping en de onterechte nederlaag van Liverpool tegen Man City.

Koh Samui
Kersthond

Hotels, resorts, hostels en guesthouses op Koh Samui, Thailand


Cairns, Port Douglas, Mareeba, Millaa Millaa, Innisfail, Mission Beach, Townsville, Airlie Beach, Agnes Water, Hervey Bay

Cairns

Na een korte vlucht vanuit Bali en een tussenstop in Darwin komen we ’s morgens aan in Cairns. Het is er broeiheet. Onderweg een aantal keer mijn klok moeten verzetten, dus een beetje verward op zoek naar de bus die ons naar het centrum kan brengen. We besluiten om naar een hostel te gaan, aangezien er in Australië (bijna) geen guesthouses zijn, alleen maar hostels. Een soort van jeugdherberg waar je met 4 tot 8 en soms ook meer personen op één kamer ligt. Bijna had ik op het nippertje nog een couchsurf-gelegenheid gevonden, maar net toen alles in orde was, bleek die kerel een nudist te zijn die er toch wel op aandrong om daar in uw geboortekleed rond te lopen. Hostel it is. Mooi plekje, aan de waterfront, vlakbij de zee. Het valt ook direct op hoe proper Australië is in vergelijking met Azië en de mensen zijn ook heel erg vriendelijk.

Na een dagje acclimatiseren is het aan Ines om haar cadeau van de collega’s te verzilveren. Een benji sprong vanop 50 meter en een jungle swing van 45 meter. Ines is kalm alsof ze een ei gaat bakken en springt als ervaren rekhanger richting vijver. Er komt zelfs maar een kleine kreet uit. De jungle swing takelt haar en iemand van het park (om meer gewicht en snelheid te hebben) naar boven en een paar seconden later vliegt super-Ines een paar keer door de lucht en over alle mensen heen. De benji was al leuk, maar de swing is zo leuk dat ze nog eens gaat. Nu breekt echter de kabel en valt de kerel die mee slingerde 40 meter lager te pletter op de rotsen. Bloed en hersenen overal, mensen slagen in paniek en er komen heel wat hulpdiensten aan te pas om alles op te kuisen… nee, dat is niet waar. Iedereen veilig terug op de grond en ’s avonds gaan we (omdat we het niet kunnen laten) Thai’s eten* en iets drinken op de esplanade (den dijk zeg maar). Toch even wennen aan die prijzen hier, dus houden we het bij een paar biertjes voor we terug naar onzekamer gaan.

De volgende dag is het eindelijk zover. We kunnen onze hippiecamper gaan oppikken. Een Mitsubishi buske in ware hippie stijl, inclusief bloemen en vlinders. Het stuur rechts, de vitessenbak links en de pinkers ook averechts. Zoals je al kan voorstellen, het eerste half uur was puur entertainment. Voor de anderen op de weg misschien iets minder. Start! Port Douglas here we come.

Ons eerste zicht op Australië

Port Douglas

Onderweg genoten van de eerste mooie vergezichten, al direct even boodschappen gaan doen en na een kort bezoek aan het haventje ons plekje voor de nacht gevonden op een backpackers hostel/camping iets buiten de stad. Op zo’n campings is alles. Wasmachines, droogkasten, propere douches en wc’s, zwembad,… Toch verliep onze eerste nacht in de camper niet zo vlot. Zo heet als een festival wc. Ik lag precies in een lekgeslagen waterbed. Daarbij ben je in het begin nog een beetje wantrouwig over wat er in de bushes allemaal rondvliegt –en kruipt, maar na een tijdje laat je ramen en deuren gewoon open. De volgende dag direct een ventilatorke gekocht en nu slapen we als baby’s. En wat ongediertje betreft… daar wen je aan en anders eten de gigantische vleermuizen het wel op. ’s Morgens nog een strand bezocht en terug vertrokken.

:-/

Innisfail

Innisfail was slechts een tussenstop op weg naar het zuiden. Eén nacht gespendeerd op weer een mooie camping en ’s avonds (terwijl Ines in de douche zat) het strand gaan bezoeken. Daar ontmoette ik Eddy. Topkerel, maar zonder twijfel ook één van de marginaalste van het dorp. Met meer kinderen dan tanden en altijd een pilske in de hand. Soms slapen ze op het strand en houd de hond de saltwater crocodiles weg. En ook de slangen. Gezellig, echt waar.

Mission Beach

Het begon bij mij stilleks te kriebelen om eens gaan te vissen dus huurden we een boot. Hiermee mochten we op de zee varen en in de creek. Vislijn meegepakt en op goed geluk wat gevist. Zonder resultaat, want de zee is veel te groot. Dus zette kapitein Blockx koers naar het strand om onze tinny (ijzeren bootje) op de remork te takelen en te transporteren naar de creek. Een soort van moeras met smalle loopjes waar het krioelt van de krokodillen. Het was laag tij waardoor de crocs (niet de schoenen) zich allemaal op de oevertjes verstopt hadden. Je zag ze niet, maar ze waren er wel en dat zorgde voor een mysterieuze spanning. Nu en dan een grote plons en krak in de bosjes om ons eraan te herinneren dat we niet alleen waren, maar daar bleef het bij. Die beesten spelen al 10.000 jaar verstopperke en zijn daar ondertussen vrij goed in. Achteraf toch een heel leuke en ge(zonne)slaagde dag.

Croc creek

Townsville

Weer zo’n stopover plekje. Industrie stad met in het midden een grote berg met een kasteel. Aangezien het bijna 40 graden was en je alleen te voet naar boven kon hebben we onze foto’s van beneden getrokken. ’s Avonds zochten we afkoeling in het zwembad van onze camping, maar dat water was opvallend heet. Geweldig gespreksonderwerp om het ijs 😉 te breken bij de andere zwemmers. Zo ontmoetten we de Steve. Tegen dat we uitverteld waren was het al lang donker en het water precies nog warmer. We drinken nog een paar biertjes en spreken af om over een paar dagen bij de Steve en zijn (volgens hem super lekkere) vrouw Vicki langs te gaan. Had leuk geweest, maar is er uiteindelijk niet van gekomen. Onderweg nog gestopt bij het Billabong Sanctuary. Nee, dit is geen zwembroekenmuseum, maar een kleine gezellige dierentuin waar je heel close kan komen met de dieren. Kangoeroes komen uit je hand eten, koala’s mag je knuffelen, krokodillen mag je bekijken. Plezant bezoek en eindelijk eens wat wildlife gezien dat niet dood langst de weg lag.

Airlie beach & de Withsunday Islands

Het moet gezegd worden, deze camping had ook een cool zwembad. Met glijbaan. Wiiiiiii. Soit. Ook cool zijn de Withsunday eilanden die hier voor de kust liggen. We boeken een catamaran en zeilen de ganse dag rond. Ines doet hier ook haar eerste duik, ik mijn… euh zoveelste. Heel mooie onderwaterwereld hier. Het feit dat de mensen zich hier wel aan het visverbod en de andere regels houden t.o.v. elders in Azië heeft daar waarschijnlijk wel iets mee te maken. De rest van de zeiltocht praten we met de grappige kapitein en de oudjes uit Engeland. The next day ga ik nog eens een halve dag vissen maar vang ik alleen maar visjes die als aas konden dienen. Als ik dan toch eindelijk een zeemonster aan de haak slaag, gaat die haak er zomaar af en kijk ik eens lelijk naar de “visser” die hem eraan heeft gehangen. Kon ik zelf beter, maar nu kan ik binnen een paar dagen tenminste nog eens gaan vissen 🙂 Ines las een boek, denk ik.

Zeilen voor het eerst

Agnes Water

Onze eerste lekker lange rit eindigde hier. Die dag zo’n 850km afgelegd, ongeveer twee centimeter op de kaart. Op de boscamping krijgen we het gezelschap van Bart de boomkangoeroe. (ik moet het nog altijd eens opzoeken, maar volgens Ines bestaat zoiets), een pad en ander wild, zoals Duitsers. Veel Duitsers in Australië, zelfs nog meer dan Hollanders.

Hervey bay & Fraser island

En dat is waar we nu zijn en morgenvroeg terug vertrekken richting Rainbow Beach. De voorbije dagen hebben we weer niet stilgezeten. Eerst was er Fraser Island, het grootste zandeiland ter wereld. Met fantastische stranden, glasheldere meren, koude beekjes, 4×4 racing in de jungle/op het strand en dingo’s… en nog veel meer. Onze gids was -verschiet niet- een oude Duitser die hier al 17 jaar woonde. Toch klonk het meer als Duits met een Engelse klank, dan andersom. De andere gids was een local wiens vader en moeder Aboriginals waren. Zijn naam ontgaat me, maar hij deed ook dienst als soort van druïde en knabbelde aan bijna alle bomen, blaadjes en bessen. Interessant! Hij verzorgde ook de openingsdans om ons te verwelkomen op het eiland. Gezien aan zijn moves en kreetjes denk ik dat hij een verkeerd blaadje had gegeten. Kort samengevat: ferry naar het eiland, 4×4 door de jungle, lake McKenzie, 4×4 strandracing, het wrak van de Maheno, Indian head, the champagne pools en Eli creek. Als je wil weten wat dit allemaal inhoud: http://www.fraserisland.net want het is echt teveel om uit te leggen.

lake McKen-zie-eens-hoe-helder-water

Toen deden we een dag niks.

Lady Elliot Island

Een eiland midden in de oceaan waar je alleen met een vliegtuigje kan geraken. De piloot was amper oud genoeg om een auto te mogen besturen en het waaide verschrikkelijk. De eerste minuten dansend op de wind waren dan ook een klein beetje spannend. Achteraf bleek deze knaap toch wel over vliegkunsten te beschikken want hij zette ons telkens netjes (ook met stevige tailwind) aan de grond. Over het eiland zelf kan ik kort zijn. Dat is een klein paradijs. Echt klein. Omgeven door koraal en heldere zee, ideaal om u eens goed te laten gaan om te snorkelen. En dat heb ik gedaan. Ook met de glass-bottom-boot geweest, fish feeding, buffet met zicht op zee,… alleen spijtig dat ik daar niet kon duiken (mag niet omdat ik daarna nog moest vliegen) Voila en daarna zijn we iets gaan eten en heb ik dit bericht getypt.

Lady Elliot Island vanuit de lucht

Baai baai en tot de volgende keer!

Voorlopige route: http://g.co/maps/hyqbu